De dweilkapellen vanuit het hele land manifesteren zich in twee klassen, de Leutklasse of de Wedstrijdklasse. Alle kapellen verzamelen dit jaar om 12 uur bij de Veemarkthal waar het startsein wordt gegeven door het scanderen van de woorden ‘Vuur, vlam, los’. De kapellen zetten dan gezamenlijk de Triomfmars uit Aida in, wat sinds jaar en dag de herkenningsmelodie van de Blauhúster Dakkapel was.
Van 12.30 t/m 16.30 uur spelen de 30 dweilkapellen op 9 locaties in het centrum van Sneek. Rond 17.00 uur is de prijsuitreiking in de Veemarkthal.
Het woord 'dweil' in dweilorkesten of dweilkapellen komt van de term 'dweilen', in de zin van 'doelloos’, op straat rondzwerven'. In Brabant, en Limburg, is (of vaker, was) het gebruikelijk om tijdens carnaval van café naar café te 'dweilen', dit gebeurde onder begeleiding van kleine carnavalskapellen die voor de muziek zorgden. Zo ontstonden al snel de termen 'dweilband', dweilkapel en 'dweilorkest'. Vanaf begin jaren 70 speelde de Blauhúster Dakkapel tijdens de dweilpauzes van de WK- en EK schaatswedstrijden in het Thialfstadion te Heerenveen, en heeft het begrip ‘Dweilorkest’ een nieuwe en originelere betekenis gekregen.