Macht euch mit dem Wohnmobil auf den Weg und erlebt die Freiheit des Campings mit dem Komfort eines mobilen Eigenheims. Entdeckt alle Wohnmobilstellplätze, die Friesland zu bieten hat, und wählt euren Favoriten.
Die Bunker bei Harlingen waren Teil des Atlantikwalls: der mehr als 6.000 Kilometer langen deutschen Verteidigungslinie von Norwegen bis Spanien. Der Atlantikwall ist eines der größten Bauwerke des 20. Jahrhunderts.
Die Strecke wurde während des Zweiten Weltkriegs zwischen 1942 und 1945 gebaut, um eine alliierte Invasion des westeuropäischen Festlandes vom Meer aus zu verhindern. Der Atlantikwall war eine Reihe unabhängiger, unabhängiger und verteidigungsfähiger kleinerer und größerer Basen, die sich gegenseitig Feuerunterstützung geben konnten.
In vielen Fällen bestanden sie aus bombensicheren Bunkern, manchmal mit einer Wand und einem Dach aus mindestens zwei Metern Stahlbeton. Aufgrund des Mangels an Arbeitskräften, Ausrüstung und Treibstoff wurden ab dem 1. Mai 1943 nur 510 Bunker der geplanten 2000 in die Niederlande geliefert. Im Englischen Garten in Harlingen befindet sich ein deutscher Bunker, der Teil des Atlantikwalls war. Es handelt sich um einen Command Post Connections, mit dem die Deutschen die friesischen Küstenverteidigungen überprüften.
De Afsluitdijk was op 18 april nog één van de laatste open routes naar Noord-Holland. De bezetter was er veel aan gelegen om de Canadezen zo lang mogelijk tegen te houden. Toch wisten de Canadezen de Duitse troepen hier in korte tijd en zonder eigen verliezen te verslaan.
In de ochtend van 18 april werd er nog op enkele plekken in Friesland strijd geleverd. De Kop van de Afsluitdijk was nog onder Duitse controle. En ook Makkum was nog niet vrij. Daar zou in de middag de strijd losbarsten. Op de Kop van de Afsluitdijk hadden de Duitse troepen zich stevig ingegraven. Er waren tal van versperringen aangebracht. En de Duitsers hadden veel zogenoemde betonnen ‘Tobruk’ bunkertjes laten aanleggen die meestal door twee militairen met een mitrailleur werden bemand. Ondersteund door ook nog eens een stuk 75 mm. geschut en vele stukken licht luchtafweergeschut wachtten zij de Canadese aanval af. De Canadezen wisten precies wat hun te wachten stond. Het Friese verzet had kaarten gemaakt van de Duitse posities. En met luchtverkenningen was door de geallieerden ook veel informatie verzameld. De Canadezen voelden er weinig voor om grote risico’s te nemen tegen zo’n goed verdedigde positie. Er was bovendien een zeer geringe kans dat er burgers geraakt konden worden. Alvorens de Canadezen de aanval inzetten werd de Kop van de Afsluitdijk daarom beschoten met artillerie. En de geallieerde jagers voerden luchtaanvallen uit. Nederlandse ingenieurs hielden hun hart vast tijdens de beschieting. Zij vreesden voor grote schade aan de Lorentzsluizen.
Op 18 april om 10:00 uur opende het geschut van de Royal Canadian Artillery het vuur. Een half uur later zetten de Queens Own Rifles of Canada de aanval in. Zij ondervonden nog nauwelijks weerstand. De artilleriebeschieting had zijn werk gedaan. De Duitsers waren verslagen. Nadat ook Makkum in de middag alsnog bevrijd werd, waren nu alle vluchtroutes geblokkeerd. Hiermee werd één van de hoofddoelen van de Canadezen bereikt. Met uitzondering van de Waddeneilanden was de hele provincie Friesland op 18 april bevrijd. De vrees van de Nederlandse ingenieurs was niet onterecht geweest. Het bombardement had schade aan de Afsluitdijk veroorzaakt. Maar de meeste schade was daarvoor al toegebracht door Duitse Sprengkommandos. Vanaf medio mei marcheerden nog enkele malen groepen Duitse militairen over de Afsluitdijk. Ditmaal kwamen ze uit Noord-Holland en werden ze afgevoerd naar krijgsgevangenkampen in Duitsland.