Douwe en Hans Anema
Nes
De mobiel in zijn overall trilt. Douwe neemt op. “Kom je even?” klinkt de stem van zijn zoon Hans, die het bedrijf nog niet zo lang geleden heeft overgenomen. Wat zou er aan de hand zijn? “Ik kom er zo aan,” antwoordt hij.
Sjoch alfêst efkes
(het audioverhaal is te beluisteren in de media)
De mobiel in zijn overall trilt. Douwe neemt op. “Kom je even?” klinkt de stem van zijn zoon Hans, die het bedrijf nog niet zo lang geleden heeft overgenomen. Wat zou er aan de hand zijn? “Ik kom er zo aan,” antwoordt hij. Een kievit vliegt op. Douwe stapt uit de trekker, verzet het nest met eieren en plaatst stokjes. Even later zit de moederkievit alweer te plak. Hij neemt het tafereel met een glimlach in zich op. Hij is gek op weidevogels, en alles wat met natuur te maken heeft.
Het is voorjaar. Insecten zoemen in de bloeiende granen, grassen en kruiden aan de rand van de akkers. Terwijl hij terug naar de boerderij rijdt, ziet hij hoe fietsers een foto maken van de bloemenpracht. Hij steekt zijn hand op. Optimaal boeren met de natuur, het kan best.
Hij passeert het perceel waar hij gister wat Anessa pootte. Het eigen gekweekte ras haalde helaas de markt niet, maar hij smaakt er niet minder lekker om. Vervolgens komt hij langs twee verlaten boerderijen. In zijn jeugd lagen er bijna dertig rondom het dorp, nu zijn er nog vijf over. “Je moet steeds meer doen voor minder”, had zijn vader hem ooit voorspeld. Die voorspelling was uitgekomen. Waar hijzelf nog ongeveer 15 hectare in zijn eentje deed, bewerkt Hans nu ongeveer 100 hectare. Samen met hem, broer Douwe jr. en een medewerker, maar toch. 70 hectare eigen land voor pootaardappelen, tarwe en bieten en nog eens dertig hectare pachtgrond voor pootaardappelen. Wat een productie!
De negentiende-eeuwse boerderij waar Hans met zijn gezin woont komt in zicht. Douwe parkeert op het erf. In de werkruimte zit Hans over papieren gebogen, met een frons die in de genen zit. Uitslagen van bodemmonsters zo te zien. “En?”, vraagt Douwe. “Niks ergs hoor. Het ziet er goed uit. Geen aardappelcysten in het verste perceel”, vertelt Hans. “Zullen we daar de knollen van de stamselectie poten?”
Douwe is het met hem eens, hoe gezonder de bodem, hoe beter het is voor de kwetsbare knolletjes. Misschien moeten ze maar helemaal overstappen op miniknollen uit de kas, die immers veel minder vatbaar zijn voor ziekte en minder arbeidsintensief zijn. Maar ja, ze zijn eigenwijs en willen de oude traditie van de stamselectie in ere houden.
“Pake!”, hoort Douwe achter zich. Hij woelt zijn kleinkinderen door de haren. “Wie wil er straks mee op de trekker naar de bloemen?”
(Beluister het audioverhaal naast de foto)
Dit verhaal is onderdeel van de route Bildtstars en Eigenheimers van Sense of Place