Stadsverhaal Sloten
Wie Sloten bezoekt, zet de auto of boot vlak buiten de stad neer. Je bent dan slechts één zebrapad verwijderd van de kleinste stad van Nederland. Op het eerste pleintje dat je tegenkomt wanneer je Sloten bezoekt, staat fontein Kievit. Het is een rustig pleintje, bestraat met oude bruine klinkers. Links een conceptstore en rechts een kleine supermarkt. Mensen in korte broek, met een opgepropte tas in de hand, lopen vanaf de haven of parkeerplaats in een rechte lijn de winkel in. Een enkeling is op de fiets, met een grote landkaart op het stuur bevestigd. Die mensen stoppen bij de fontein en lopen eromheen. Ze lezen het bordje en zoeken naar de beste plek om een foto te maken.
Vlak voor de fontein — een toren van zwarte plastic vaten met daarop een man die een meisje op zijn schouders draagt — treffen Wencke Poortema en Ageeth Saffrie elkaar. Ageeth: “Haha, we hebben elkaar eigenlijk nog nooit de hand geschud, hè? Terwijl we altijd even hoi zeggen.” Wencke draait de kinderwagen zodat de kleine Silke niet in de felle zon hoeft te kijken. “Nee, dat is toch ook wat. Nou, leuk joh!” Ageeth bestiert het kleurrijke winkeltje Gewoon24 en Wencke is van de supermarkt. Beide zaken kijken uit op de fontein, en in beide horen ze er vragen over. Ageeth: “Laatst vroeg iemand of ‘ie van emaille was. Nou, dat wist ik echt niet hoor. Meestal stuur ik ze toch even naar het bordje, omdat dat alles daar op staat.”
“ Mensen dachten wel even van ‘oh, is dit het?’. ”
Ondernemers Ageeth en Wencke
Hoe was het voor een klein stadje als Sloten om een nieuwe trekpleister te krijgen?
Wencke heeft dat allemaal van dichtbij meegemaakt en weet nog hoe de discussie aanvankelijk ging over de plek van de fontein. “Hij zou eerst bij de molen komen, maar dat vonden de mensen hier niet zo’n goed idee. Toen kwam er sprake van deze plek hier — nou, dat heb ik natuurlijk volop toegejuicht! Ik heb de winkel tien jaar geleden overgenomen, omdat ik vond dat Sloten niet zonder supermarkt kon komen te zitten. Heb er zelfs mijn baan voor opgezegd. Dus ik was heel blij dat de fontein uiteindelijk hier kwam te staan.”
Iedereen omarmde de fontein direct?
Wencke: “Nou, in het begin zeiden mensen wel van: moet dat nou? We hebben nooit een fontein gehad, waarom moet dit nu ineens? Maar inmiddels hoort het er gewoon bij.”
Ageeth: “Ja, het is toch wel een toeristentrekker geworden, hè?” Wencke knikt instemmend. “Inderdaad, al merk ik wel dat bezoekers soms een beetje teleurgesteld zijn. Dan verwachten ze dat het water van boven eruit zou spuiten, maar dat doet het niet. Bij de opening moest iedereen daar wel even aan wennen. We dachten denk ik allemaal dat het water wat grootser eruit zou spuiten. Toen hij aanging, was het van: ‘oh, is dit het?’. Nou ja, maar de mensen in Sloten zijn er nu wel heel blij mee.”
Verstopping
Op het moment van schrijven is een groot deel van de fontein niet in werking. Dat is Ageeth ook opgevallen: “‘s Ochtends staat hij sowieso uit, en nu heeft hij ergens een verstopping. Kijk daar.” Ze wijst naar een van de onderste jerrycan-vormige spuitmonden. “Daar komen alleen maar drupjes uit nu. Dan is het wel jammer als je hier helemaal naartoe komt met de fiets. Want dat doen ze hoor, ze doen hele Elfstedentochten voor de fonteinen. En mensen maken er altijd foto’s van. Soms alleen van de fontein, soms met elkaar erbij.”
Wencke: “Ik denk dat dit het meest gefotografeerde ding van Sloten is. Echt hoor!”
Wat vinden jullie van de fontein?
Wencke: “Ik vind hem wel mooi. Er staat wel wat, hè? Hij is zo hoog. En het plein is ook echt wel opgeknapt.” Ageeth kan zich de beelden nog herinneren van het pannenkoekenhuis dat hier vroeger stond. “Zat hier niet een grote kuil voor het terras daarvan?” “Ja,” zegt Wencke. “Dat klopt! Het is nu een stuk mooier, zo zonder die kuil.” Ageeth heeft overigens alle fonteinen op de motor bezocht en vindt deze fontein “niet de lelijkste”. “Dat doen veel mensen trouwens, hè,” zegt de blonde vrouw. “De fonteinen zijn een leuke aanleiding om de steden allemaal te bezoeken, ik zie dat veel gebeuren. Campers, boten, fietsen en ook bussen. Dan springen ze er even uit, fotootje maken, en hup, weer verder. In het begin was dat trouwens wel wat meer dan nu. ”De vrouwen vinden het ook leuk dat mensen de fontein gebruiken. Volgens Wencke is het een populaire drinkplek voor de hondjes, en Ageeth ziet in de zomer veel kinderen ermee spetteren. Wencke: “In Bolsward staat die gekke vleermuisfontein waar kinderen mee spelen. Hier gebeurt dat ook wel.” Dan, tegen haar dochter Lieke: “Jij ook, hè? Weet je dat nog? Toen je klein was, kon je er mooi mee spetteren.” Het jonge meisje kijkt verlegen naar de fontein. “Nee, dat weet ik niet. Maar wanneer komt beppe terug?” Het gesprek heeft de kleine meid lang genoeg geduurd.
Een laatste vraag dan: gebeurt er nooit eens wat geks mee?
Beide vrouwen kijken naar de fontein terwijl ze in hun geheugen graven. “Volgens mij niet,” zegt Ageeth. Wencke herinnert zich dat hij eens een Feyenoordshirt aankreeg. “Dat ging niet helemaal goed, want het is een hoog ding, en als je daarvan naar beneden springt, is het best een eind. De dader verzwikte zijn enkel, volgens mij. Ach, en verder probeerden jongelui er eens wat zeepsop in te doen, in de hoop dat er een schuimfontein zou ontstaan.” Ageeth, lachend: “Nou, daarvoor druppelt ‘ie lang niet hard genoeg
Kader
De fontein van Sloten draagt de naam Kievit. Die naam verwijst naar de kleine vogel die het meisje boven op de fontein in haar handen vasthoudt. De fontein is vijf meter hoog en smal. De onderkant wordt gevormd door een berg van zwarte jerrycans, emmers en vaten waar het water uit sijpelt. Daarop staat een man in blauwe broek en wit T-shirt, met op zijn schouders een jong meisje.
De fontein is ontworpen door het kunstenaarsduo Jorge en Lucy Orta uit Spanje. Hun werk staat vaak in het teken van voedsel-, water- en milieuproblemen in de wereld. Zo ook dit werk. De grote berg van plastic waterdragers wijst erop dat de samenleving hier beschikt over iets wat in de rest van de wereld helemaal niet zo vanzelfsprekend is: water — de bron van al het leven.