Stadsverhaal Sneek
In Sneek is het om de tien minuten een komen en gaan langs de fontein. Dat heeft alles te maken met de brug naast de Waterpoort, die in de zomer regelmatig open gaat. Lange stoeten van auto’s, fietsers en wandelaars stuiven voorbij zodra de brug weer naar beneden is gedaan. De Sneekweek is net achter de rug, dus de grootste drukte is voorbij. Toch vallen de vele fietsers op die naar de fontein rijden, daar afstappen, het bordje lezen, een foto maken en even op het houten plateau gaan zitten om de omgeving in zich op te nemen.
Eromheen staan historische panden. In één daarvan woont mevrouw Ika Rozenberg (90), volgens de bakker verderop de oudste bewoonster van de straat. Ze is net weer thuisgebracht door haar dochter Janet Rozenberg (57) en heeft de komst van de fontein van dichtbij meegemaakt. Letterlijk en figuurlijk.
“ Mijn man noemde hem altijd Herr Hampelmann ”
Moeder en dochter Ika en Janet Rozenberg
Wat betekent het om zo’n fontein voor de deur te hebben?
Ika: “Nou, mijn man Harm was Waterpoorter. Dat word je als je veel doet voor Sneek. Hij zette zich met hart en ziel in voor de stad. Hield er echt van.”
Janet: “Hij overleed twee jaar geleden. Maar hij was iemand met zoveel liefde voor Sneek en de Waterpoort. Hij was ook degene die samen met anderen het houten plateau heeft geregeld, zodat mensen daar konden zitten om naar de Waterpoort te kijken. Dat was zijn lust en zijn leven, hoor. Hij zei ook altijd: ‘Zolang ik de Waterpoort maar kan zien, dan is het goed.’ Tsja, en toen kwam daar die fontein te staan.”
De fontein waar Janet over spreekt, staat vanaf het plateau gezien vóór de Waterpoort. Het is een doodlopend stuk van het kanaal dat door Sneek loopt. Op het uiteinde van dat kanaal is het plateau gebouwd. De fontein zelf is een ronddraaiende gouden bal waarop een levensgrote man staat met een hoorn des overvloeds op zijn schouder, waar water uit stroomt.
Wat weten jullie van het verhaal van de fontein?
“Pfoeh, niet zoveel eigenlijk,” zegt Janet. Ika: “Ik weet dat het een hoorn des overvloeds moet voorstellen, maar ik zie dat er niet helemaal in terug. Ik heb het bordje eigenlijk ook nooit gelezen.” Dat het verhaal van de fontein gaat over de rijkdom die Sneek door de jaren heen gekend heeft, verbaast de vrouwen. “Hmm, maar geldt dat eigenlijk niet voor iedere stad?” vraagt Janet zich hardop af. “Is dat dan waarom het water eruit stroomt? Het stroomt nu wel trouwens, maar ook vaak niet, hoor.”
Dan lacht ze hardop. “Weet je hoe mijn vader dat soms noemde, als de fontein het niet goed deed? Dan zei hij dat ‘ie last had van z’n prostaat. Stond dat ding er maar te druppelen.”
Dat ‘prostaatprobleem’ is Ika ook opgevallen. “Op een gegeven moment hebben ze hem er helemaal uitgehaald, hè. Toen moest hij gerepareerd worden. Kwamen er hier allemaal mensen voor een foto, en stond er helemaal niks. Soms hele bussen vol. Ja, bij de bakker hangt er een schilderij van — dan konden mensen toch nog een beetje zien hoe het eruitzag.”
Vinden jullie het ondanks alles wel een mooi ontwerp?
Janet kijkt toe hoe twee mensen van hun fiets afstappen en de fontein fotograferen. “Nou, niet echt. Ik denk dat het wat te modern is voor hier. Een ander ontwerp had misschien beter gepast.” Dat kan Ika beamen. “Zo’n fontein als in IJlst bijvoorbeeld, dat is veel mooier. Dan had ik het veel minder erg gevonden als die hier zou staan. Ik vind dit eigenlijk maar een eng gezicht. Mijn man had er een naam voor — hè, wat was dat ook alweer… Oh ja, Herr Hampelmann.” (Term voor iemand zonder ruggengraat, een marionet, red.) Janet glimlacht. “Ja, inderdaad, Herr Hampelmann. Het is ook wat een creep, hoor. Weet je waar het mooi had gestaan? Bij het nieuwe theater verderop. Niet hier. Mensen kwamen hier toch al naartoe voor de Waterpoort, en nu staat deze enge kerel ervoor.”
Wat vinden andere Snekers ervan, volgens jullie?
Volgens Janet zijn Snekers er te weinig bij betrokken geweest. “Er waren wel informatieavonden, en volgens mij vonden meer mensen dat hij niet vóór de Waterpoort moest komen. Maar dat heeft dus niets uitgemaakt.” Ika: “Hij had laatst trouwens een roze rokje aan, hè, toen met de Sneekweek. De jeugd doet dat. Daar heb ik dan stiekem wel een beetje plezier om. Verder is hij vooral vaak vies, door het water uit het kanaal dat eroverheen loopt. Daar wordt hij bruin van.”
Een gouden bal zonder glans
Dat er niemand in Sneek is die eens in de twee weken in een bootje erheen wil roeien om de gouden bal te poetsen, zegt volgens Janet ook wat over de binding die mensen voelen met de fontein. “Ik denk dat werkelijk iedere Sneker de Waterpoort wel zou willen poetsen als dat nodig was. Voor de fontein hebben ze het er alleen niet voor over.”