Ga naar inhoud

Stadsverhaal Harlingen

Harlingen is de enige stad waar je geen omwonenden rond de fontein hebt, want de fontein ligt hier in de haven, vlak bij de havenmond. Mensen wandelen over de pier en kunnen ook vanaf de kade de fontein zien liggen. Maar het zwartgrijze gevaarte gaat voor het grootste deel op in het water.

Op dat water zijn Joppe Westerbeek (53) en Marc Thiry (77) van Stichting Harlingen Heen en Weer aan het oefenen met het pontje De Jonge Seun. Ze varen door de haven zodat nieuwbakken vrijwilliger Marc kan leren met het pontje omgaan. Marc: “Ik heb zelf ook een boot, maar zo’n zonneboot is toch echt even wat anders hoor!”

Als ‘ie het niet doet, noemen we hem ook wel de kapotvis.

Schippers Joppe en Marc

Wat vinden jullie van de fontein?

“Hartstikke leuk. Ja, echt hoor. Het is een leuke fontein. Het is een replica van een potvis, en als ‘ie het niet doet, dan noemen we hem de kapotvis,” grapt Joppe. Of het ook echt bij Harlingen past? Ja, dat durven de mannen wel te stellen. “Maar ik ben pas nét een Harlinger,” zegt Marc. “Vijf maanden nog maar.” Joppe: “Het slaat op de geschiedenis van Harlingen, op de walvisvaart die hier vroeger heel belangrijk was. Hou maar een beetje stuurboord aan, Marc. Maar goed, dat is dus waarom het een potvis is geworden.”

Hoe een walvis harlingen veranderde

Marc weet misschien nog niet zoveel over deze fontein te vertellen, maar hij kent het 11Fountains-project wel goed. “In Workum was er een heel gedoe over,” vertelt hij. “Daar hebben ze twee leeuwen die aan weerszijden van het kanaal zouden komen. En in Stavoren zou precies het beeld van de vis in de vitrine van een vishandel hebben gestaan, en dat zou de kunstenaar hebben gekopieerd voor het beeld. Ja, ik heb dat allemaal meegekregen. Het grootste probleem was dat mensen zeiden: ‘Wij hebben genoeg kunstenaars in Friesland, dus waarom hebben we dan die dure jongens uit het buitenland nodig?’ Ik vond het zelf alleen maar goed, eigenlijk.”

Joppe kijkt intussen om zich heen en controleert de haven op verkeer. “Wat ik er zo leuk aan vind, is dat deze walvisfontein echt heeft bijgedragen aan het ontsluiten van dit gebied. Om de haven wat aantrekkelijker te maken voor toeristen bijvoorbeeld. En dat zie je dan ook in de komst van andere toeristische ondernemingen, zoals brouwerij Brouwdok met hun café, en de kunstenaars die hier nu zitten in Dok5. Dat maakt het een veel leukere plek. Het was vroeger echt industrieterrein: hout- en visafslag. Mensen hadden hier niks te zoeken. Er was niet zoveel te doen. Dit pontje is ook deel van die ontwikkeling, om te zorgen dat mensen kunnen genieten van dit stukje Harlingen.”

Het lijkt door de plek van de opstapplaats alsof het pontje er is voor de fontein. Klopt dat?

Joppe: “Nee, dat is niet het geval, maar je kunt inderdaad wel vlak naast de fontein opstappen. Het pontje was bedoeld als een heen-en-weertje tussen de pier en de kade, maar inmiddels is het een rondje geworden. Een rondje van ongeveer twintig minuten. We gaan hier de Willemshaven door, dan gaan we het dokje in naar de Witte Swaen, dan een stukje langs het Havenmantsje, onder de Sasbrug door en weer terug. Dan kijken we even bij de havenmond en zit het rondje erop. De organisatie is ook gegroeid door de jaren heen: we zijn nu een stichting met vijftig vrijwilligers. We hebben nu een paar opstapplekken en vertellen onderweg wat leuks over Harlingen en de haven.”

Weten jullie of de Harlingers de fontein omarmd hebben?

Joppe: “Nou, geen idee eigenlijk. Ik denk het wel, maar ik kan het niet met zekerheid zeggen. Wat is ‘de Harlinger’ ook, hè?” Marc kucht dat hij daar wel een idee bij heeft. “Wat ik in de afgelopen vijf maanden heb meegemaakt, heeft me geleerd dat je Harlingers, Friezen en Nederlanders hebt. Ze spreken geen Fries maar Harlings, en ze zijn vrij direct. Daar hou ik wel van; dan weet je waar je aan toe bent. En ze zijn allemaal ontzettend hartelijk en nemen de tijd voor ons nieuwelingen. Ik sprak een meneer die zei: ‘Wij horen niet bij Friesland, we zijn de voorstad van Londen.’ Nou, dat vond ik wel grappig. Vroeger had je vanaf hier ook de verbinding met Londen. Veel vee en pootaardappelen gingen die kant op.”
Iets is doorgaans pas echt geaccepteerd in de omgeving, wanneer er ook een passend geintje mee wordt uitgehaald — zoals de 1-aprilgrap van een aantal jaren geleden.
Joppe: “Toen heeft een kunstenaarscollectief er een babypotvisje bij gemaakt. Ja, toen was de potvis ineens niet meer eenzaam.”

Wat vertel je over de fontein als jullie erlangs varen?

“Dat het dus een replica is van een echte potvis,” legt Joppe uit. “En dat het ook die kenmerken van een echte potvis heeft. Als je goed kijkt, dan zie je de littekens op zijn kop en rug wel — die hebben echte potvissen ook, omdat ze op inktvissen jagen. En die hebben hele scherpe bekjes, dus dat levert wonden op. Ja, en verder vinden kinderen het gewoon een heel leuk ding. Als ‘ie dan plots begint te spuiten, is dat natuurlijk lachen voor iedereen. Soms wordt er omheen gezwommen, maar het is niet de bedoeling dat mensen erop klimmen. Dat gebeurt ook niet zo vaak, geloof ik.”
Wanneer ze er met de boot langsvaren, was het vroeger altijd een gokje of de potvis ook zou spuiten. Maar daar heeft een slimme Harlinger een oplossing voor gevonden.
Joppe haalt zijn telefoon tevoorschijn. “Kijk, daar hebben we de Potvisverklikker voor. De potvis spuit immers om de zoveel minuten, en op Telegram is er een kanaal dat precies laat weten hoe laat de volgende komt. Zie: over acht minuten gaat ‘ie weer los. Geinig toch?”

Bekijk ook

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief.

Je ontvangt elke maand inspiratie, unieke tips en winacties van Visit Friesland.