Stadsverhaal Leeuwarden
Rondom het Stationsplein van Leeuwarden is het altijd een komen en gaan van mensen. Mensen die vanaf het station de stad in lopen, volgen een zebrapad en wandelen langs een Oosterse plataan van 120 jaar oud (in 2019 nog uitgeroepen tot mooiste boom van Leeuwarden) om dan een plein over te steken waar ze de ruimte delen met fietsers en brommers. Het plein is groot en groots, met groene perken, afgebakend met opstaande betonnen randen waar eigenlijk altijd wel iemand op te vinden is. Er is gras, maar er is vooral weelderig groen. Beplanting die het meest doet denken aan de tuinen van Piet Oudolf, met gemengde planten die op eigen momenten bloeien. Maar het meest in het oog springend van al dit moois is Love, de fontein van kunstenaar Jaume Plensa.
Vlak naast die Oosterse plataan, aan de rand van dit plein, kijkt Proeflokaal Wouters uit op de enorme kinderhoofden die samen de fontein vormen. Uitbaatster Sandra Frank en vaste gast Kees Dijkstra – een echte Liwadder (“al 15 jaar stamgast hier, ik hew het allemaal sien gebeuren”) vinden het een mooi ding.
“ Ik heb het allermooiste uitzicht van de stad ”
Horecavrouw Sandra Frank en stamgast Kees Dijkstra
Wat weten jullie van de fontein waar jullie iedere dag tegenaan kijken?
Het is blijkbaar de juiste vraag aan het juiste gezelschap, want Sandra weet er alles over. “Dat weet ik! Het is van een Spaanse kunstenaar, Jaume Plensa. Ik heb hem een keertje ontmoet toen hij hier was. Het zijn twee kinderhoofden die met hun ogen dicht tegenover elkaar staan en het heet Love. Dat staat voor dat kinderen nog redelijk onbevooroordeeld naar de wereld kijken hè, zonder mening over kleur, geaardheid, nou ja, noem maar op.” Kees luistert knikkend naar de uitleg.
Sandra: “Wist je trouwens dat die mist, want het is een mistfontein hè, dat dat gebaseerd is op de mist die hier in Friesland ’s ochtends op de weilanden staat?”. Kees, begripvol: “Ja, ja, ja. Mooi. Ik hew se al op ‘e tillefisie sien. Een groen beeld en er is ergens een zwat beeld. Maar dan was het maar één beeld hè, nooit twee bij mekaar.” Sandra knikt, er zijn inderdaad meer versies van deze kinderhoofden in de wereld. Maar nergens als fontein.

En vinden jullie het wat deze fontein?
“Ik fien it wel mooi. As ik ut de Prins Hendrikstraat kom en hierheen gaan, dan is it krekt een asperge. Die witte koppen su. Twee asperges.” Hij lacht er hees om. Sandra: “Ik vind hem echt mooi. En dat hoor ik meer. Er komen echt mensen speciaal voor het beeld naar Leeuwarden toe. Het wordt het meest gefotografeerd van de hele stad, daar kun je wel op rekenen.” Kees: “En de kleine kienders in de mist te razen, skreeuwen en springen.” Sandra lacht. “Ja,” zegt ze, “veel mensen en kinderen gaan er even in staan, dat is hartstikke leuk om te zien. Soms snappen ze het niet, dan denken ze dat het rook is. Maar het is gewoon waterdamp.”
Is het de mooiste fontein?
“De andere fonteinen heb ik ook wel bezocht”, vertelt Sandra. “Toen tijdens corona. Niet allemaal hoor, maar de meeste wel. En ja, ik blijf dit echt de mooiste vinden.” Dan grinnikend: “Beetje chauvinistisch van je eigen stad, maar ja. Hij is ook gewoon mooi.” Kees: “Maar weest wat gek is: der sitte nooit kraaien of meeuwen op ‘e koppen. Ja, dat sien ik dan weer hè. Nooit. Sit geen poep op, niks. Miskien dat se geen grip hewwe ofzo.”
En het plein - is dat mooi geworden?
En of. Maar hoe het nu is, is niet de eerste grote verandering voor Kees. Hij moet direct denken aan de oude Veemarkt van vroeger. “Toen ik een jonkje was, hadden we hier de Veemarkt met koeien. Stonden ze hier te handjeklappen nou. En dan must ik de koeien metneme naar de auto. Kreegst een dubbeltsie per koei. Must erbij weze dus, aanpakken. We vlogen de poaten onder de kont weg.”
Sandra heeft de Veemarkt niet meegemaakt, zij kent alleen de recente renovatie. Ze kijkt naar de plataan en wijst: “Daar liep eerst gewoon een grote weg hè. Je had een rijtje bomen daar nog bij, dan een fietspad en dan auto’s. Ze reden hier zo de stad in, vlak langs ons restaurant. Het was gewoon asfalt hè, Kees?” Kees: “Ja, asfalt. En er komt hier nu van alles met die shared space. Altied wat te beleven. Eerst waren it auto’s, nou? Nu is it feul groter allemaal, meer meensen. Hardriders met die rottige fatbikes. Soms een ongeluk. Ik sien it allemaal gebeuren.”
mooiste uitzicht van leeuwarden
Het nieuwe plein is al met al een fikse enorme verbetering, concluderen de twee. Maar dat heeft ook wat geduld gekost. Sandra: “We hebben twee jaar achter de hekken gezeten hier. Dat was echt even een vorm van overleven. Al ging de gemeente daar heel goed mee om hoor, het is heel goed begeleid. En daarna is het voor ons alleen maar beter geworden. Kijk nou, ik heb nu het mooiste uitzicht van Leeuwarden. Ja, zo is het gewoon.”
