Ga naar inhoud
Favorieten 0

Waarom Friezen geen last van een winterdip hebben

Korte dagen, verpletterende regenbuien, donkere luchten en gure windvlagen. En dan moet het hoofdgerecht nog komen: de winterdip. Wij Friezen hebben daar een oplossing voor. Of je nu gaat wandelen, wapperen of badderen, iedereen kan het. Het enige wat je nodig hebt is de behoefte om je kop leeg te maken en je neus echt in de wind te steken. Kom opladen Friesland Style. 

Heel lang geleden

De korte dagen van het najaar werden in lang vervlogen tijden opgevolgd door nóg duisterdere avonden en nachten dan we nu kennen. Geen tv's die de straten vanuit hun woonkamers verlichten. Geen straatverlichting of neon uithangborden van de kroeg op de hoek weerspiegeld door de natte klinkers van de straat. Ga even mee naar de tijden van de Frije Friezen, Vikingen en verhalenvertellers. Een nederzetting van lage rieten daken steekt als silhouetten tegen de sterrenhemel af. Miljoenen speldenprikjes in een zwartfluwelen lucht. Er brandt een vuur, een groot vuur, met daaromheen de inwoners die luisteren naar een verhaal. Het bier en de mede vloeit, ze lachen, juichen en joelen daar waar het verhaal er om vraagt. Ook als het zachtjes begint te regenen. Een buitje mag de pret niet drukken. De mantels van schapenwol worden om schouders getrokken en voeten schuiven wat dichter naar het vuur. Het laatste restje kou wordt verdreven met gelach en gedans. De winter is lang en hard, maar deze mensen weten hoe ze zich weer opladen. Een sterk verhaal, goed gezelschap en een avond onder de sterren.

Dat is opladen anno 823. Dat is opladen, Friesland Style 

Dauwtrappen met een stok

Wie in de winter warm wil blijven moet zorgen dat hij geen natte voeten krijgt. Want natte voeten is koude voeten. We weten niet precies wie het dauwtrappen heeft uitgevonden en dat geldt ook voor  fierljeppen (polstokverspringen). Wij vermoeden dat het wel eens dezelfde persoon kon zijn. We nemen je mee naar zo`n 700 jaar geleden. De zon is nog net niet op maar het gloort al aan de horizon. De witte wieven zweven op uit de sloten en dansen over de velden. Met voeten gehuld in geitenwollen sokken en een paar klompen, schuifelt een gedaante door het bedauwde gras. Op zijn schouder rust een meterslange stok. De veengrond deint onder zijn tred en het duurt niet lang voordat hij bij een sloot aankomt die de weg verspert. De stok landt in het water en met een aanloopje springt onze wandelaar met klompen over de sloot. De stilte wordt langzaamaan gevuld met het geroep van vogels en de kleuren van de opkomende zon. Met een zuigende schhhhllopp wordt de stok uit de sloot getrokken en gaat de tocht verder. Een heerlijke ochtendkuier (ochtendwandeling) door de natuur. Een Fries laat zich niet tegenhouden door wat nattigheid als hij een frisse neus wil halen. Inmiddels is het Fierljeppen een echte sport die wereldwijd beoefend wordt. Er zijn verschillende banen waar jij ook een poging kan wagen. 

De stilte wordt langzaamaan gevuld met het geroep van vogels en de kleuren van de opkomende zon

Ruwe bolsters op het wad

Het einde van de 19e eeuw kende een bloei van de visserij. Zowel op de Zuiderzee (nu het IJsselmeer) als de Waddenzee. Er kon het hele jaar door gevist worden en dit bracht voedsel op tafel in de steden zoals Dokkum en Groningen. We nemen je mee naar Moddergat, een klein plaatsje aan de Friese Waddenkust. Een straffe wind bolt de zeilen en de vissers staan in hun stoere schipperstruien klaar om eropuit te trekken. Vandaag vissen ze op mosselen en oesters en misschien garnalen bij Lauweroog als de vloot van Zoutkamp daar niet al is. De vrouwen trekken er ook op uit, met het juk op de schouders zoeken ze in het slik van de Waddenzee naar pieren. De Wjirmdolsters (pierensteeksters) droegen opgetrokken rokken, soms in hoge laarzen gestoken, en verzamelen het aas dat de mannen nodig hebben voor de visvangst. Het was een ruig en zwaar bestaan. Tegenwoordig genieten we van het wad tijdens het winterwadlopen, misschien ook wel in een visserstrui. En in plaats van bolle zeilen is het bolle wangen geblazen als je gaat uitwaaien op de dijk.  

Tegenwoordig genieten we van het wad tijdens het winterwadlopen, misschien ook wel in een visserstrui.

IJsvrij in de nineties

Onze tijdreis belandt in de jaren negentig. De tijd van walkmans en madonna, punk en braaf naar school gaan. Behalve wanneer er ijs is! Dan heeft iedereen vrij. En zo ook op een winterdag in 1997. Het is guur, heel guur, zelfs voor een Fries. Door de snijdende oostenwind verandert de werkelijke temperatuur naar een gevoelstemperatuur van -20. Je schaatsen aantrekken zonder handschoen is bijna niet te doen. De mensen die zich aan de kant klaarmaken voor schaatsplezier op natuurijs, zien een jongetje huilend naar zijn vader aanrijden. „Ik wil niet meer”, klinkt het vanachter zijn sjaal. Hij wil in de armen van zijn vader duiken, maar die is onverbiddelijk. „Schaats maar door, dan krijg je het vanzelf warm.” Het moment is vastgelegd door de lokale omroep, maar de beelden gaan later die dag door heel Nederland. 

“Fantastisch”, roept een vrouw meerdere keren als de reporter haar vraagt wat er nu toch zo mooi aan is. “Het geluid, het zwarte ijs, heerlijk! Zo vaak maken we dat niet meer mee in Nederland. Dus nu moeten we onze kans grijpen. Eigenlijk is het veel te koud om nu te gaan schaatsen. Voor mijn gevoel is het -15 of misschien wel -20 graden als de wind even stevig aantrekt. Maar de verleiding is simpelweg te groot om binnen te blijven.” 

Het 10-jarige jongetje van eerder staat tegen zijn vader aangedrukt om even uit wind op adem te komen. Als het jongetje wordt gevraagd hoe de gevoelstemperatuur nu is, zegt hij vrolijk: nul graden. Papa slaat hem trots op de schouder: “Een echte Fries hè.” 

Tegenwoordig is het nog zeldzamer om op natuurijs te kunnen schaatsen, maar als het ijs er ligt trekken we nog steeds massaal naar buiten. Niet alleen Friesland, maar heel Nederland is dan aan het opladen. Onze tip is om vooral niet op vorst te wachten en de hele winter te genieten van de Friese steden.

Schaats maar door, dan krijg je het vanzelf warm

Niet bang voor water

En tot slot komen we bij de altijd terugkerende jaarwisseling. Midden in de winter duiken duizenden mensen het water in. De nieuwjaarsduik. De eerste en meest noordelijke duik is om 11.00 uur vanaf het strand van Ameland. Voor een aantal mensen is zo een duik niet alleen voor de jaarwisseling. Koudwaterzwemmen wint aan populariteit. Het is gezond voor je, als je er tenminste met een glimlach ingaat. Helaas kunnen we niet herleiden dat deze frisse traditie ook een Friese traditie is. Misschien als we lang genoeg zoeken vinden we een connectie met de Vikingen en saunacultuur van het nóg hogere noorden. Wat we wel zeker weten is dat geen enkele provincie zoveel water heeft als Fryslân. Neem jij een oplaadmoment in de Waddenzee, Noordzee, in het IJsselmeer, Lauwersmeer of één van de andere 30 Friese meren? Of je nu gaat pootjebaden in een sloot of dobbe, het is past echt opladen als je het buiten in de natuur doet.