Er zijn 894 locaties gevonden voor "Stripe アカウントトランザクション <acc6.top>"
Locaties
865 t/m 888 van 894 resultaten
-
Psychiatrische zorg in oorlogsomstandigheden
Psychiatrische zorg in oorlogsomstandigheden
Het Psychiatrisch Ziekenhuis (de PZ) in Franeker was en is een begrip in Friesland. Tijdens de bezetting moest het, naast de achthonderd eigen patiënten, ook bewoners van twee andere instellingen onderdak bieden. De bezetters hadden hun gebouwen gevorderd. Ook andere oorlogsslachtoffers, waaronder evacués uit Limburg, werden opgevangen en verzorgd. En was de TBC-afdeling een ideale plek voor onderduikers.
In de laatste oorlogsmaanden voorzien de keukens van het ziekenhuis al die mensen, en ook nog een groot deel van de Franeker bevolking, van eten.
In 1930 is ten westen van de stad een gloednieuwe en moderne huisvesting verrezen, Groot Lankum genaamd. Het oude onderkomen in de binnenstad (het “Binnengesticht”) blijft daarnaast ook in gebruik. De behandeling van psychiatrische aandoeningen staat nog in de kinderschoenen, medicijnen zijn er nog niet. Patiënten liggen de hele dag in bed, niets te doen.
Het ziekenhuis heeft een TBC-afdeling, die vanwege het besmettingsgevaar geïsoleerd is van de rest van het gebouw. Dat maakt het een perfecte onderduikplaats, de bezetter staat niet te trappelen om daar te controleren . . .
Het is februari 1943 als de Duitsers het Psychiatrisch Ziekenhuis Vogelenzang in Bennebroek vorderen. 369 Patiënten en 100 medewerkers moeten weg en worden met treinen naar Franeker overgebracht. De Franeker patiënten uit het Binnengesticht verhuizen naar de grote zolderverdieping van het nieuwe Groot Lankum, om plaats te maken voor de gasten. De ruimte is veel te krap, maar er is geen keuze.
Als de geallieerde opmars het zuiden van Nederland bereikt, stagneert het front en is vooral de provincie Limburg een tijdlang strijdgebied. Bewoners moeten worden geëvacueerd. In januari 1945 arriveert een trein vol mensen uit Roermond en omgeving na een barre reis verzwakt en hongerig in Franeker. Voordat ze kunnen worden ondergebracht bij gastgezinnen in de omliggende dorpen, worden ze door de medewerkers van de PZ verzorgd en van eten voorzien. Zieken worden opgenomen in het toch al overvolle ziekenhuis.
Alsof het allemaal nog niet moeilijk genoeg is, komen er op 27 maart 1945 ook nog eens 528 patiënten met hun verplegers van het Psychiatrisch Ziekenhuis Dennenoord uit Zuidlaren bij. De panden daar moeten op last van de bezetters op stel en sprong worden ontruimd, want er moet een Duits noodhospitaal in worden gevestigd. De keukens van de PZ moeten alle zeilen bijzetten om de vele monden te voeden. Gelukkig is men eerder al begonnen met het verbouwen van grote hoeveelheden groenten op de terreinen en worden er veertig varkens gehouden voor de vleesbehoefte. Boeren uit de omgeving leveren aardappelen en rapen. Per dag gaat er 3600 kilo aan aardappelen doorheen.
In de allerlaatste dagen voor de bevrijding van Franeker, die uiteindelijk op 15 april plaatsvindt, komt er nog een Duitse order om de PZ te ontruimen, om plaats te maken voor gewonde Duitse soldaten. Maar zover komt het niet meer, de Canadese bevrijders zijn al in aantocht en de bezetters vertrekken halsoverkop.
Een televisiedocumentaire van Omrop Fryslân (deels Friestalig) over de PZ in oorlogstijd ziet u hier.
-
-
Het Bolwerkhûske
Het Bolwerkhûske
-
Aquacamping en Jachthaven De Rakken - Vrijstaand vakantiehuis
Aquacamping en Jachthaven De Rakken - Vrijstaand vakantiehuis
Direct boekbaar
-
Hervormde Kerk Iens
Hervormde Kerk Iens
-
Molepôlle 7
Molepôlle 7
-
Bombardement sluis Terherne
Bombardement sluis Terherne
Op 11 november 1944 kregen piloten van de Royal Canadian Air Force, die hun basis hadden op vliegveld Welschap bij Eindhoven, de opdracht om in twee groepen de sluis bij Terherne te bombarderen. De reden voor het bombardement op de sluis van Terherne was het beperken van (Duitse) vervoersbewegingen. Het sluiscomplex lag in de belangrijkste scheepvaartroute van Duitsland via Groningen naar de Randstad waarlangs de Duitsers goederen en militair materieel vervoerden.
Nadat in september door de spoorwegstaking het railvervoer al behoorlijk was verstoord, volgden in de maanden daarna acties tegen het scheepvaartverkeer. Het zuiden van het land was dan wel bevrijd, in de andere delen moest nog zwaar strijd worden geleverd.
Zo ook op die 11e november even na negen uur in de ochtend toen de twee groepen Hawker Typhoon jachtbommenwerpers kort na elkaar vanuit Eindhoven voor hun missie vertrokken. Rond 10.00 uur werd vanaf het noorden de sluis in Terherne voor het eerst gebombardeerd en rond 10.30 uur nog een keer.
De gevolgen waren enorm voor de mensen die op de sluis woonden. De vrouwen van beide sluiswachters, een baby van één jaar en een Duitse soldaat kwamen om het leven. Ook raakte het toestel van piloot John Gordon Fraser zodanig beschadigd dat hij een noodlanding moest maken bij St. Johannesga. Het effect van het bombardement was ook dat de noordelijke doorgang weliswaar plat lag en niet meer gebruikt kon worden, maar de zuidelijke doorgang nog steeds open en bruikbaar bleef.
Tegenwoordig is er over de zuidelijke doorgang een schiphuis gebouwd voor het Statenjacht van de provincie Fryslân. Op de plaats van de sluiswachterswoning aan de zuidkant is een nieuw gebouw geplaatst, dat dienst doet als gastenverblijf voor de provincie.
Op de noordelijke pier is een monument geplaatst ter nagedachtenis aan de omgekomen bewoners van de sluis. Dit monument is op 10 november 1985 onthuld door Hattum Hoekstra, zoon van 1e sluiswachter Wiemer en Tietje Hoekstra. Sindsdien vindt de dodenherdenking in Terherne altijd bij de oude sluis plaats en hebben de kinderen van basisschool ‘It Kampke’ het monument geadopteerd.
-
-
Kampari - Lyts hûs
Kampari - Lyts hûs
Direct boekbaar
-
Steenbakkerij Oostrum
Steenbakkerij Oostrum
-
Kampari - Titanic
Kampari - Titanic
Direct boekbaar
-
Historisch Centrum Leeuwarden
Historisch Centrum Leeuwarden
-
Kampari - Toscane
Kampari - Toscane
Direct boekbaar
-
Ljibbe Weidenaar
Ljibbe Weidenaar
-
Lutz Watervilla's - Wettervilla Trettjin
Lutz Watervilla's - Wettervilla Trettjin
Direct boekbaar
-
De Winkelhaak
De Winkelhaak
-
Bezetting Blessebrug door N.B.S.
Bezetting Blessebrug door N.B.S.
Op 8 april 1945 klonken op Radio Oranje de woorden “De fles is leeg”. Dit codebericht was het startsein voor het verzet om zesendertig uur later te beginnen met het onklaar maken van bruggen, wegen en spoorlijnen. Het Friese verzet gaf massaal gehoor aan deze oproep.
Zodra de geallieerde voorhoede in de buurt kwam, werd het gewapende verzet ook ingezet om de opmars van die geallieerden te ondersteunen. En dat betekende soms dat er juist ook bruggen bezet moesten worden in plaats van onklaar gemaakt. Eén van die acties vond plaats in de gemeente Weststellingwerf.Op 12 april 1945 naderde de Canadese voorhoede het dorp De Blesse. De plaatselijke sectie van de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten (N.B.S.) kreeg van de verzetsleiding de opdracht om de spoorbrug en verkeersbrug (de Blessebrug) over de Linde te verkennen en indien mogelijk te bezetten.
Deze bruggen waren belangrijk voor behoud van het tempo van de Canadese opmars. Mede daarom werden ze ook vaak bewaakt door Duitse militairen. In de meeste gevallen werden de bruggen ook voorzien van explosieven. Hiermee kon de brug worden opgeblazen als de Duitsers zich uiteindelijk toch moesten terugtrekken. De verkenning wees uit dat de Blessebrug werd bewaakt door in totaal circa 10 militairen. De N.B.S. besloot vervolgens 's avonds om de brug van twee kanten aan te vallen. Dankzij verschillende wapendroppingen vanuit de lucht waren de verzetslieden goed bewapend. In het donker gingen de mannen op weg en zij verdeelden zich in drie groepen. Deze posteerden zich uiteindelijk ten noorden en ten zuiden van de brug. Het plan was om de brug op 2:00 uur vanuit het zuiden te bestormen.
Tot hun verbazing werd het vuur niet beantwoord toen zij de brug naderden. De bewakers bleken te zijn verdwenen. Daarmee was de brug onverwacht zonder bloedvergieten in handen van de NBS gevallen. Bovendien bleken er ook nog eens geen explosieven te zijn aangebracht. Nadat de brug was veiliggesteld werd deze bewaakt totdat de Canadezen waren gearriveerd.
Het nieuws van de bezetting van de brug werd dezelfde nacht nog gerapporteerd aan de sectiecommandant. En via andere communicatiemiddelen belandde het nieuws ook bij de Canadezen. Het behoud van de brug vergemakkelijkte en versnelde later op de dag de opmars van de Canadezen.
-
-
Het gevecht om de Tjonger brug in Mildam
Het gevecht om de Tjonger brug in Mildam
Ieder jaar op 15 april herdenken de Royal Canadian Dragoons op Leeuwarden Day de bevrijding van Leeuwarden en Friesland. En vrijwel elk jaar staat de regimentscommandant in zijn speech ook stil bij “the Battle of Mildam”. In dit nachtelijke gevecht om het behoud van de brug over de Tjonger slaagden de Canadezen erin een Duitse tegenstoot af te weren.
In de middag van 12 april waren er geruchten in Mildam doorgedrongen dat er Engelsen of misschien wel Canadezen bij Peperga waren gesignaleerd. De Canadese voorhoedes waren Friesland binnengetrokken. Voor de inwoners van Mildam was het toch nog een verrassing toen in eerste instantie één en kort daarna nog een militair voertuig met daarin enkele manschappen in kaki kleurige overalls bij de brug stopten.
Deze voertuigen maakten deel uit van een patrouille van D Squadron Royal Canadian Dragoons onder commando van Luitenant Homer Thomas. Deze Canadezen stelden vast dat de brug in Mildam over de Tjonger, in tegenstelling tot andere bruggen, nog niet door de bezetter was opgeblazen. Dat de Tjongerbrug in Mildam niet was vernietigd, was de verdienste van het plaatselijke verzet. De Duitsers waren wel degelijk van plan geweest om ook deze brug op te blazen. Maar verzetslieden hadden met gevaar voor eigen leven de ontstekers van de bevestigde explosieven verwijderd.
De commandant van het Squadron liet onmiddellijk alle eenheden aanrukken om de brug te beveiligen. En ook de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten werden verzocht om manschappen te leveren. De voorzorgsmaatregelen bleken terecht. In de nacht van 12 op 13 april openden Duitse troepen één van hun schaarse tegenaanvallen in de provincie Friesland. Vanuit Heerenveen wisten zij de Canadezen in Mildam te verrassen. Tot driemaal toe probeerden zij de brug opnieuw in handen te krijgen. In de felle gevechten werden Canadese voertuigen uitgeschakeld. Maar de Dragoons hielden stand en de Duitsers werden weer verjaagd. Mildam was bevrijd.
Bij de gevechten raakten vier Canadese militairen gewond. Hoeveel slachtoffers aan Duitse kant vielen is onbekend. In Mildam was er wel materiële schade, maar er vielen geen doden onder de burgers. Het heeft een haar gescheeld of er waren wel meerdere Nederlandse slachtoffers te betreuren geweest. In de vroege ochtend van 13 april naderde bij de brug in het schemer een groep met tientallen verzetsmensen vanuit de richting van Nieuweschoot. Dit was de versterking waar de Canadezen op 12 april om hadden gevraagd toen de intacte brug ontdekt was. De verzetslieden droegen deels buitgemaakte Duitse wapens en werden in het halfdonker pas laat opgemerkt door de Dragoons.
De eerder genoemde Luitenant Thomas had bijna het bevel gegeven om het vuur te openen. Pas op het laatste moment werd duidelijk dat het geen Duitsers waren. De verzetslieden hadden zich bekend weten te maken door Engelstalige liedjes te zingen.Het behoud van de brug was belangrijk. De Canadezen zouden in de dagen erna veel van de brug gebruik maken om verder in de richting van Leeuwarden op te rukken en de provincie Friesland te bevrijden.
-
-
Safaritent Rijsterbos
Safaritent Rijsterbos
Direct boekbaar
-
Jarig en Kor Palsma
Jarig en Kor Palsma
-
Snoozz Hotels - Charme kamer
Snoozz Hotels - Charme kamer
Direct boekbaar
-
Wapendroppings in Friesland - Haskerhorne
Wapendroppings in Friesland - Haskerhorne
'De worm heeft rode haren', 'Doe de groeten aan Jozef'. Met dit soort slagzinnen werden wapendroppings aangekondigd. In Friesland vonden er 24 plaats in de laatste maanden van de oorlog. Per dropping werden tot wel 24 containers gedropt, vol met wapens. Geweren, pistolen, bazooka's en allerlei explosieven. Bedoeld om de geallieerden te helpen bij hun opmars door Friesland. Friesland zou zichzelf helpen bevrijden, zo was het idee.
Bij de bevrijding van Friesland spelen de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten (NBS) een grote rol. De NBS in Friesland bestaat (vanaf december 1944) uit de verzetsgroepen van de KP (Knokploegen), LO (Landelijke organisatie voor hulp aan onderduikers) en OD (Orde Dienst).
Zo’n ondergronds leger heeft natuurlijk wapens nodig. Voor de aanstaande sabotageacties, de bezetting van bruggen, sluizen en het gevangennemen van de vijand, krijgen 2500 tot 3000 NBS-ers een wapen. Van pistolen en mitrailleurs tot stenguns.
De wapens komen letterlijk uit de lucht vallen. Vanaf oktober 1944 vliegen Stirling en Halifax bommenwerpers vanuit Engeland 47 keer richting Friesland. Op zo'n 14 plaatsen in de provincie worden tenminste 24 geslaagde wapendroppings uitgevoerd. De bommenwerpers gooien containers met wapens, munitie en springstoffen aan parachutes boven de Friese weilanden naar beneden. Groepen NBS-ers staan 's nachts klaar om met lichtsignalen het afwerpterrein aan te geven en daarna de wapens af te voeren en te verstoppen.
Zoals hier bij Haskerhorne / Ouwsterhaule, waar vijf geslaagde droppings plaatsvinden. In de nacht van 1 op 2 november ‘44 worden er de geheim agenten Tazelaar en Faber met de laatste dropping per parachute afgeleverd.
Via geheime zenders worden met Londen de slagzinnen uitgewisseld die aangeven waar en wanneer een dropping plaatsvindt. Voor het contact tussen Engeland en het verzet over de droppings stuurt Prins Bernhard als opperbevelhebber van de NBS, twee geheime agenten van het Bureau Bijzondere Opdrachten (BBO) naar Friesland. Lykele Faber en Peter Tazelaar houden zich (vanaf november 1944), samen met marconist Alfred Springgate en hun radiozender lang schuil in een jacht op het meertje Nannewiid bij Oudehaske in het zuiden van Friesland.
De commando's N. De Koning en R. Groenewoud reizen ondertussen met valse papieren door de provincie om wapeninstructies te geven. Ze zijn eerder vanuit Engeland boven Drenthe gedropt en door de KP naar Friesland gehaald.
De wapendroppings en het verbergen van de wapens leiden regelmatig tot levensgevaarlijke situaties. De bezetters maken fel jacht op verborgen wapens. Op wapenbezit staat de doodstraf. Een dropping te Aalsum bij Dokkum leidt indirect tot de grootste massa-executie in Friesland van twintig mannen in Dokkum.
Op zondag 8 april geeft ‘Radio Oranje’ via de BBC de langverwachte slagzin door: 'de fles is leeg'. Voor de NBS is dit het sein om 36 uur later met sabotageacties te beginnen. De Canadese troepen zijn bijna bij de grens van Friesland. De wapens worden uit de opslagplaatsen gehaald. De NBS groepen komen bij elkaar op geheime locaties en de wapens en munitie worden uitgedeeld.
De verzetsgroepen hebben Friesland al voor een groot deel in handen voor de komst van de Canadezen. Alleen bij Harlingen-Makkum hebben de Duitsers voor de verdediging van de Afsluitdijk artillerie neergezet en moeten de Canadezen zware gevechten leveren. Het vasteland van Friesland is op 18 april helemaal bevrijd.
-
-
Bennema State
Bennema State
-
Gedenksteen voor Gesneuvelde Canadezen
Gedenksteen voor Gesneuvelde Canadezen
De ‘Gedenksteen voor Gesneuvelde Canadezen’ in de buitenmuur van de Martinikerk in Sneek is opgericht ter nagedachtenis aan de zes Canadese militairen die kort na de bevrijding van de stad zijn gesneuveld. De namen van de zes slachtoffers luiden: A. Cockburn, W.L. Jackson, G.W. Ouderkirk, H.H. Pennell, Fr.R. Shepherd en S.W. White. De militairen maakten deel uit van The Queen’s Own Rifles of Canada. Zij sneuvelden op 15 en 16 april 1945 tijdens krijgshandelingen in de omgeving van het dorp Wons, bij de Afsluitdijk. Op 17 april 1945 zijn de gesneuvelde militairen begraven op de Algemene begraafplaats te Sneek en op 25 maart 1946 herbegraven op het Canadese ereveld te Holten.
Op 16 april 1945 waren grote delen van Friesland bevrijd. In het westen en zuidwesten van de provincie was het zover nog niet. Enkele duizenden Duitse soldaten hadden zich verzameld in de Friese havenplaatsen en rond de Afsluitdijk. Zij probeerden nog de oversteek te maken naar Noord-Holland dat nog stevig in Duitse handen was.
De Canadezen wilden voorkomen dat de Duitsers zich in Noord-Holland verder versterkten. Mede daarom zetten zij vanaf 16 april de aanval in op de Kop van de Afsluitdijk. De infanterie van Queens Own Rifles of Canada was één van de eenheden die hierbij betrokken was. Op 16 april vertrokken zij vanuit Bolsward in de richting van de Afsluitdijk, ondersteund door tanks van de Sherbrooke Fusiliers.
In het open Friese landschap waren de Canadezen op de weg erg zichtbaar en dus kwetsbaar. Vlak voor een brug bij Hayum openden de Duitsers het vuur. De Canadees Orville Cook zat in één van de voorste voertuigen. Over wat er daarna gebeurde schreef hij het volgende:
"Ik zat eerst rechts, maar kwam later in het linker compartiment van onze carrier. Dat was mijn geluk. Bij de strijd met de Duitsers die volgde, was ik de enige die niet geraakt werd. Ze lieten ons ver komen en schoten drie keer raak. Er kwam rook uit het rechter compartiment van mijn carrier. Ik sprong eruit en ben naar de andere kant gerend om de sergeant eruit te halen en hoe ik dat voor elkaar kreeg, weet ik niet meer. Ik legde hem op de weg. De bestuurder was de volgende die ik eruit haalde en op de weg neerlegde. Ik heb ze beiden morfine toegediend en gaf ze een sigaret.
De sergeant zei: ga terug en vertel de A compagnie waar het vuur is en 'make sure they get those jerry (Duitse) bastards for this one'. De soldaten in de voorste carrier waren op slag dood.”
De Duitsers hadden aan de westkant van de brug verschillende stukken luchtafweergeschut verdekt opgesteld. De licht gepantserde carriers waren niet opgewassen tegen de 20 mm. en 40 mm. granaten. In het voorste voertuig sneuvelden Alexander Cockburn, Walter Leslie Jackson, Gordon William Ouderkirk, Harry Horace Pennell en Walter Samuel White. Verder vielen er aan Canadese kant ook meerdere gewonden waaronder de mannen in het voertuig van Orville Cook.Vrijwel direct nadat duidelijk was waar het Duitse geschut stond opgesteld rekenden de Queens of Own Rifles samen met enkele tanks van de Sherbrooke Fusiliers alsnog af met de Duitse weerstand. De resterende verdedigers gaven zich uiteindelijk over.
De gevechten bij Wons en Pingjum zouden de laatste plek zijn waar soldaten van de Queens Own Rifles of Canada sneuvelden. Het was daarom de expliciete wens van de veteranen om in Wons hun monument te plaatsen. Op deze Honour Roll staan de namen van hun kameraden die vanaf D-Day tot de bevrijding het leven lieten.
-
-
Camping De Stjelp
Camping De Stjelp
-
Wapendroppings in Friesland - Witmarsum
Wapendroppings in Friesland - Witmarsum
'De worm heeft rode haren', 'Doe de groeten aan Jozef'. Met dit soort slagzinnen werden wapendroppings aangekondigd. In Friesland vonden er 24 plaats in de laatste maanden van de oorlog. Per dropping werden tot wel 24 containers gedropt, vol met wapens. Geweren, pistolen, bazooka's en allerlei explosieven. Bedoeld om de geallieerden te helpen bij hun opmars door Friesland. Friesland zou zichzelf helpen bevrijden, zo was het idee.
Bij de bevrijding van Friesland spelen de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten (NBS) een grote rol. De NBS in Friesland bestaat (vanaf december 1944) uit de verzetsgroepen van de KP (Knokploegen), LO (Landelijke organisatie voor hulp aan onderduikers) en OD (Orde Dienst).
Zo’n ondergronds leger heeft natuurlijk wapens nodig. Voor de aanstaande sabotageacties, de bezetting van bruggen, sluizen en het gevangennemen van de vijand, krijgen 2500 tot 3000 NBS-ers een wapen. Van pistolen en mitrailleurs tot stenguns.
De wapens komen letterlijk uit de lucht vallen. Vanaf oktober 1944 vliegen Stirling en Halifax bommenwerpers vanuit Engeland 47 keer richting Friesland. Op zo'n 14 plaatsen in de provincie worden tenminste 24 geslaagde wapendroppings uitgevoerd. De bommenwerpers gooien containers met wapens, munitie en springstoffen aan parachutes boven de Friese weilanden naar beneden. Groepen NBS-ers staan 's nachts klaar om met lichtsignalen het afwerpterrein aan te geven en daarna de wapens af te voeren en te verstoppen.
Zoals even ten oosten van hier, op het afwerpterrein Hichtum. Bij de tweede dropping viel een container op een veulen dat gedood werd. De onwetende boer gaf het dode veulen aan bij de politie, zodat het terrein als wapendroppingsterrein moest vervallen.
Via geheime zenders worden met Londen de slagzinnen uitgewisseld die aangeven waar en wanneer een dropping plaatsvindt. Voor het contact tussen Engeland en het verzet over de droppings stuurt Prins Bernhard als opperbevelhebber van de NBS, twee geheime agenten van het Bureau Bijzondere Opdrachten (BBO) naar Friesland. Lykele Faber en Peter Tazelaar houden zich (vanaf november 1944), samen met marconist Alfred Springgate en hun radiozender lang schuil in een jacht op het meertje Nannewiid bij Oudehaske in het zuiden van Friesland.
De commando's N. De Koning en R. Groenewoud reizen ondertussen met valse papieren door de provincie om wapeninstructies te geven. Ze zijn eerder vanuit Engeland boven Drenthe gedropt en door de KP naar Friesland gehaald.
De wapendroppings en het verbergen van de wapens leiden regelmatig tot levensgevaarlijke situaties. De bezetters maken fel jacht op verborgen wapens. Op wapenbezit staat de doodstraf. Een dropping te Aalsum bij Dokkum leidt indirect tot de grootste massa-executie in Friesland van twintig mannen in Dokkum.
Op zondag 8 april geeft ‘Radio Oranje’ via de BBC de langverwachte slagzin door: 'de fles is leeg'. Voor de NBS is dit het sein om 36 uur later met sabotageacties te beginnen. De Canadese troepen zijn bijna bij de grens van Friesland. De wapens worden uit de opslagplaatsen gehaald. De NBS groepen komen bij elkaar op geheime locaties en de wapens en munitie worden uitgedeeld.
De verzetsgroepen hebben Friesland al voor een groot deel in handen voor de komst van de Canadezen. Alleen bij Harlingen-Makkum hebben de Duitsers voor de verdediging van de Afsluitdijk artillerie neergezet en moeten de Canadezen zware gevechten leveren. Het vasteland van Friesland is op 18 april helemaal bevrijd.
-