Ga naar inhoud
Favorieten 0

Grutte Pier: van boer tot grootste volksheld

Piers Gerlofs Donia, beter bekend als Grutte Pier: een man die maar liefst 2.10 meter lang was en net zo breed. De verhalen over hem werden minstens zo sterk als hijzelf. Zo zou hij bijvoorbeeld met zijn duim en wijsvinger een munt kunnen buigen, of een paard van 492 kg over zijn schouder kunnen gooien. In deze blog vertellen wij jou alles wat er te weten valt over deze ware Friese vrijheidsstrijder en volksheld.

We bevinden ons op de kust van wat nu de provincie Friesland is. In het jaar 1345, toen Stavoren nog bekend stond als Starum, besloot de Hollandse graaf Willem IV dat hij zijn invloed op Friesland moest uitbreiden. Naast Stavoren wilde de rest van Friesland namelijk niks met hem te maken hebben. Willem IV besloot daarom Friesland binnen te vallen. Toen de Friesen hier lucht van kregen, besloten zij op Sint Odulfsavond Stavoren te bezetten. Dit vond plaats op 11 juni 1345. Op 25 september van datzelfde jaar begon de invasie.

Willem IV stak met een “magt van 85.000 man, waaronder vele grooten, en van den eersten Adel uit Holland” de zee over. Historici schatten het werkelijke aantal soldaten op zo’n 12.000 tot 15.000 man. Het typisch Nederlandse weer zat niet mee voor Willem; er waren sterke herfststormen, waardoor zijn vloot over de Zuiderzee verstrooid raakte. Willem viel de Friezen aan met zeshonderd man en zonder orde of versterking. Toen ze een heel dorp in lichterlaaie staken, begonnen bij de Friese dorpen de alarmbellen te rinkelen.

De verenigde Friezen, uit omliggende dorpen, verwachtten maar een klein vijandelijk leger en besloten vol in de aanval te gaan. De strijd duurde van ‘s ochtends vroeg tot ‘s avonds laat. Tijdens de veldslag kregen de Hollanders versterking van hun troepen, maar de woede en aantallen van de Friezen nam ook toe, vooral toen Willem IV een Friese edelman neerstak. In het gevecht kwam uiteindelijk Willem IV om en werden de Hollanders naar de zee gedreven. Op de plek waar dit gebeurde staat in Warns een zwerfkei met de tekst: “leaver dea as slaef” wat “liever dood dan slaaf” betekent. Er was dus al veel onrust tussen de Hollanders en de Friezen voor de geboorte van Grutte Pier.

Friesland met Grutte Pier

Ruim 130 jaar later werd in het dorp Kimswerd een baby geboren, hij kreeg de naam Piers Gerlofs Donia en zou later bekend staan als Grutte Pier. Piers woonde als eenvoudig boer in het dorp waar hij geboren was, samen met zijn vrouw en kinderen. Over hoe hij opgegroeide is niet veel bekend. Zijn vader was boer en landhouder, Piers werkte zelf op de Donia-state. Daarom gaan we ervanuit dat hij in de voetsporen van zijn vader trad. In deze tijd behoren de rechten tot Friesland toe aan George van Saksen. Het leiderschap van George was minder dan populair. Dit zorgde voor verzet van de lokale bevolking tegen zijn heerschappij.

In het jaar 1515 sloeg de tragedie toe; een bende Saksische huursoldaten die bekend stond als De Zwarte Hoop plunderde Kimswerd. De bende huurlingen die voornamelijk bestond uit Franekers, brandde alles plat, inclusief Donia-state. Hierbij kwam de vrouw van Grutte Pier om het leven en waarschijnlijk ook één van zijn kinderen. Grutte Pier was alles kwijt. Hij besloot wraak te nemen en riep dorps- en landgenoten op om ten strijde te trekken tegen de bezetters. De Friezen die samen met Grutte Pier opkwamen voor hun geliefde vaderland werden de Arumer Zwarte Hoop genoemd. Dit was een verwijzing naar de groep huurlingen die Piers het eerdere onrecht aangedaan hadden. Piers zocht ook samenwerking met de graaf van Gelre. Hij nam Gelderse huurlingen aan in zijn leger en al gauw werd de Arumer Zwarte Hoop een behoorlijke strijdmacht. Terwijl Piers zijn troepen optrommelde, gaf George van Saksen de rechten van Friesland aan de graaf van Holland, Karel de Vijfde.

Grutte Pier en Floris van Egmond

Grutte Pier richtte zich op de Hollanders, nu de rechten van Friesland in handen waren van Karel V. Op dat moment viel Floris van Egmond met een oorlogsvloot van 36 schepen Friesland binnen. Eerst vernietigde hij de Friese schepen in Workum en daarna veroverde hij de havenstad Harlingen. Zo bleef hij doorgaan tot hij de hele Friese westkust bezette: van Stavoren tot Harlingen en van IJlst tot Lemsterland. Maar door stormvloeden moest Floris zich terugtrekken uit de kustgebieden.

Vanuit zijn hebzucht viel zijn oog op Sneek. Hij besloot Sneek te belegeren op 11 januari 1517. De grachten waren door het winterse weer bevroren en dit kwam goed uit voor Floris. Hierdoor was het makkelijker om de stad aan te vallen, omdat zijn troepen over het bevroren water konden gaan. Enkele Snekers braken uit de belegerde stad en staken omliggende kloosters in brand. Zo hadden de manschappen van Floris geen beschutting meer. Toevallig was Grutte Pier met zijn Arumer Zwarte Hoop ook in Sneek. In de stad waren de meningen verdeeld; een gedeelte wilde zich overgeven aan Floris en het waren juist Grutte Pier en zijn mankrachten die het verzet wilden doorzetten. Uiteindelijk kwam er een einde aan de belegering, omdat de grachten ontdooiden. Later in hetzelfde jaar bevrijdde Grutte Pier en de Arumer Zwarte Hoop Hindeloopen.

 


Floris van Egmond

Grutte Pier vecht door

Het grootse gedeelte van de schepen in de haven van Hindeloopen kon Piers goed gebruiken, de overgebleven schepen heeft hij vernietigd. Samen met zijn Gelderse bondgenoten en de Arumer Zwarte Hoop maakte hij van 1515 tot 1518 de Zuiderzee onveilig. Zo kaapte hij in zijn grootste maritieme overwinning ooit 28 Hollandse schepen en vond de bemanning van zo’n 500 Hollanders de verdrinkingsdood.  

De legendes vertellen over Grutte Pier als één van de meest meedogenloze zeevaarders in Nederland. Zo zou hij zijn gevangenen zonder pardon overboord gooien. In 1517 viel hij handelsschepen, turfschepen en zelfs vissersschepen aan. Voor Friesland staat hij bekend als volksheld, voor de Hollanders was hij een plunderaar; een zeeschuimer noemden ze hem. In de zomer van hetzelfde jaar bereide hij een grote aanval op de Hollanders voor. Met zijn loyale mannen, een vloot van 150 schepen en een leger van ongeveer vierduizend Gelderse huursoldaten, stak hij bij Kuinre de Zuiderzee over.

Na een volledige dag op zee voer de vloot langs het goed verdedigde Enkhuizen en ging voor anker bij Wervershoof. Het ongeregelde leger marcheerde al plunderend richting Medemblik. Medemblik werd volledig platgebrand en leeggeroofd, zo wordt er gezegd dat de bronzen bellen van de kerk in de hitte van de vlammen gesmolten waren. De bewoners van de stad vluchtten naar Kasteel de Slotvoogd. Het kasteel was zo goed als het enige gebouw dat nog overeind stond. Het leger ging door tot aan Alkmaar en liet een spoor van vernieling achter. De stad Alkmaar, Kasteel de Middelburg en Kasteel de Nieuwburg werden veroverd. Het was een nederlaag die de Hollanders nooit meer zouden vergeten.

Het einde van Grutte Pier

Terwijl de Gelderse huursoldaten verder het land ingingen, trokken Grutte Pier en zijn mankrachten zich weer terug richting Sneek. Piers had zich zijn hele leven ingezet voor de vrijheid van Friesland en het Friese volk, door het vechten tegen de bezetters. Tegen het einde van zijn samenwerking met de Gelderse graaf kwam hij erachter dat hij als pion gebruikt werd. De graaf had namelijk zelf interesse in de Friese landen. De Friese vrijheid kon hem weinig schelen. Piers trok zich terug uit de strijd en besloot de rest van zijn leven rustig door te brengen in Sneek. Op de avond van 18 oktober 1520 overleed hij in zijn bed. Er wordt vanuit gegaan dat hij de oom was van Wijerd Jelckama, die Piers opvolgde als leider van de Arumer Zwarte Hoop. Waar Grutte Pier precies begraven ligt, is niet honderd procent zeker, maar er wordt gedacht dat hij in de Martinikerk van Sneek te ruste ligt.

De nalatenschap van de volksheld

“Bûter, brea, en griene tsiis, wa’t dat net sizze kin, is gjin oprjochte Fries”. Dit is misschien het meest bekende Friese gezegde en vertaald in Nederlands naar: “boter, roggebrood en groene kaas, wie dat niet zeggen kan is geen echte Fries”. De uitspraak ontstond toen Piers wilde testen of je Hollander of Fries was. Kon je dit niet uitspreken, werd je per direct gezien als vijand van de Friezen, met alle gevolgen van dien. Nog steeds is het een populair gezegde onder de Friezen, dit heeft ook te maken met hun trots op de Friese taal. Daarom vinden Friezen het ook altijd heel leuk als je een woordje Fries met ze kan spreken.

Stap zelf in de grote voetsporen van volksheld Grutte Pier en bezoek het hoge noorden, waar hij met trots voor gestreden heeft. Er is genoeg over hem terug te vinden:

In het Fries museum ligt een merkwaardig object, het zwaard van Grutte Pier. Dit indrukwekkend stukje staal is maar liefst 2.13 meter lang, 3 centimeter langer dan Grutte Pier zelf was. Het type zwaard werd ook ‘Biedenhänder’ of ‘Beidenhander’ genoemd. Je had werkelijk beide handen nodig om dit wapen te hanteren.

In Sneek, waar Grutte Pier een groot deel van zijn leven heeft doorgebracht, is nog meer over de volksheld terug te vinden. Zo is er street art op de muren van de Prins Hendrikkade 3, en een beeldwerk bij de Brug over Grootzand. In de Marktstraat van Sneek vind je de helm van Grutte Pier en op de Kerkhoflaan 31b zie je een afbeelding van het beleg van Sneek.

Bij de Rode Klif in Warns staat een zwerfkei als gedenksteen aan de slag bij Warns met de tekst ‘Leafer dea as slaef’. In Kimswerd, de geboorteplek van onze vrijheidsstrijder, vind je het standbeeld van Grutte Pier.

Breng ook eens een bezoekje aan de Grutte Pier Brouwerij in Wyns Zij hebben deze naam specifiek gekozen omdat  hun bier net zo krachtig, vrij, onafhankelijk en betrouwbaar is als de volksheld.