Er zijn 1.119 locaties gevonden voor "ZALO transação de conta <acc6.top>"
Locaties
1105 t/m 1119 van 1119 resultaten
-
De Winkelhaak
De Winkelhaak
-
Bergum (Burgum)
Bergum (Burgum)
-
Huisje aan de gracht
Huisje aan de gracht
-
Strandhotel Vigilante - Family Suite
Strandhotel Vigilante - Family Suite
Direct boekbaar
-
Korenmolen 't Lam
Korenmolen 't Lam
-
CW Kiteboarding
CW Kiteboarding
-
Firdgum: terpen en zoden
-
Accepteer cookies om deze content te zien.
-
-
Firdgum: terpen en zoden
(beluister hier het audioverhaal)
Stel je het jaar 700 voor. De dijk die je in de verte ziet, bestaat nog niet. Twee keer per etmaal stroomt de zee via geulen en prielen het land in. En tijdens de herfst en winter komt het water soms gevaarlijk dichtbij. Een ramp? Dat valt meestal mee, want de mensen wonen op heuveltjes die ze in de loop van de eeuwen hebben gemaakt: terpen. Het is de oudste manier om droge voeten te houden.
Dit dorp Firdgum bestond ook uit een aantal terpen, die op de hoger gelegen kwelderwallen waren aangelegd. Bij de kerktoren kun je goed zien dat er later afgravingen zijn geweest: de vruchtbare terpaarde werd in de negentiende eeuw duur verkocht.
De mensen die hier woonden leefden mét de zee. Die zee was wel een voortdurende bedreiging, maar het eindeloze komen en gaan van zout water bood ook kansen. Zo zorgde de zee voor vruchtbare landbouwgrond en een natuurlijk ophoging van het landschap rondom de terp, doordat er steeds laagjes slib achtergebleven als het water zich terugtrok.
Zulke laagjes slib kun je ook duidelijk zien in het door archeologen en vrijwilligers gereconstrueerde zodenhuis van terpbewoners, waarvoor zoden uit buitendijks land zijn gestoken. De zoden die terpbewoners voor hun gebouwen gebruikten waren sterk en compact, en bovendien voorhanden in de boomloze kuststreek. En, niet onbelangrijk: de zodenhuizen deden vermoedelijk in comfort niet onder voor houten huizen.
Dijken, in de verte te zien, zorgden er vanaf de elfde eeuw dat de zee definitief wegbleef. Lekker veilig. Maar de druk van de zee op het land neemt toe door de hoge dijken, en het land hoogt zich niet meer vanzelf op. Een dijkdoorbraak zal daarbij gigantische impact hebben. Misschien kunnen nog wat van onze voorouders leren, zeker met het oog op duurzaamheid en klimaatverandering.
Ingesproken door:
Jan Ketelaar werkt in woord en beeld. Zo schrijft hij teksten en gedichten, maar maakt ook sculpturen in zijn loods in Drachten. Ter gelegenheid van de 400-jarige betrekkingen tussen New York en Nederland organiseerde Joop in 2009 het New Island festival. Jan benaderde hem omdat hij vond dat zijn beeld "De staat van Nederland" daarheen moest. “Toen zei hij "goed plan, dat gaan we regelen" en sindsdien is er een samenwerking ontstaan. We waren vrienden zonder dat uit te spreken. Zonder Joop hadden de beelden niet in Holwerd gestaan.
Joop was een stille kracht en stimulator, hij hield worsten voor waar ik hard achteraan rende.”
Dit verhaal is onderdeel van de route Gemalen Verhalen van Sense of Place
-
-
Waddenzee UNESCO Werelderfgoed
Waddenzee UNESCO Werelderfgoed
-
Rustpunt de Jister
Rustpunt de Jister
-
Paal 8: It Koailan
-
Accepteer cookies om deze content te zien.
Paal 8: It Koailan
Dit punt is onderdeel van de route 'It Paad Werom Terherne'. Bekijk hier de hele route.
(beluister hier het audioverhaal)
Voor je ligt de oude helling (de scheepswerf) van Terherne. En het prachtige huis hier rechts voor de bocht, wordt in dit jaar gebouwd voor de hellingbaas. Hij heeft het namelijk erg druk. En toch voorzie ik problemen in de komende jaren. En ik voorspel dan ook dat hij binnen 15 jaar failliet zal gaan. Ik fluister hem dan ook in dat hij over moet stappen op werken met ijzer, maar hij is eigenwijs. ‘Hout zinkt niet!’, roept hij. En ja… je snapt dus wel hoe dat voor hem afloopt…
Terug naar de huidige tijd.
We kijken nog even naar de huizen aan de overkant van het water. Helemaal op de hoek staat een huis dat uitkijkt op de huidige witte sluis van Terherne. Weet je nog dat ik het had over nóg een kroeg, op een andere uithoek van Terherne? Die stond op die plek. Op een uithoek van Terherne. Het is zo rond 1853 geweest dat deze kroeg een nieuwe naam moest krijgen, omdat zijn huidige naam ‘Brette Poask’ refereerde aan de scheldnaam voor Terhernsters. De kroegbaas vernoemde zijn kroeg naar een andere uithoek van de wereld, waar in die tijd een oorlog woedde: De Krim.De Krim dus, vernoemd naar een oorlog. Eerst een kroeg en later een boerderij. Deze boerderij brandde af rond de jaren zestig van de vorige eeuw. Hier kreeg het toerisme ook een andere vorm. In de half afgebrande en opgeruimde schuur ontstond een camping, er werd gekampeerd.
Het witte huis aan de overkant is een sluiswachterswoning. Er was hier nog een keersluis, voor stormachtig weer, waar deze woning bij hoorde. Er is hier veel gebeurd op deze plek. Want voordat dit punt van Terherne het economische zwaartepunt werd, kende Terherne al industrie. Op de plek van kroeg De Krim, en later de afgebrande kampeerboerderij, stonden daarvoor heuse kalkovens. Mijn herinnering geeft aan dat dit tussen 1600 en 1840 is geweest. Dit schiereiland was daarvoor een strategische plek, want er konden gemakkelijk turf en schelpen aangevoerd worden. Er stonden hier 2 of 3 kalkovens. Met schelpenkalk werden huizen gemetseld en zo is het witte huis aan de overkant ook een leshuis geweest om de gebrande kalk te blussen (ook wel lessen genoemd). Dit verklaart ook de lange vorm van het huis. Het huis heeft dus meerdere functies gehad. Het was een flinke industrie voor een plaatsje als Terherne, en door alle tijden heen gold dat aan de uiteinden van Terherne de belangrijkste bedrijven stonden. De vaarroutes waren leidend.
Oke, we draaien om. En lopen dezelfde weg terug richting botenstation, het begin- en eindpunt van de wandeltocht.
En daar sluiten we dan ook mee af. Want hier net voor ‘t Schippershuis is nog een stukje van de splitsing van ‘t Oude Far zichtbaar. Een oud stukje vaarroute, waarover duizenden schippers zijn gegaan. In welvarender tijden en in tijden van vreselijke armoede.
En hier, aan het einde van de route, vertel ik je het best bewaarde geheim van dit dorp: Er is namelijk geen verhaal, herinnering, laatste wens of geheim dat écht verloren gaat. Alles ligt opgeslagen, als in een eeuwig geheugen, in de wateren van Terherne. En dit oorspronkelijk stukje Far is waar ik ze vandaan heb en dat is waar ook jij altijd naar terug kunt gaan.
Wil je meer weten over de vergeten verhalen en de geschiedenis van Terherne? En zoek je de poort naar het verleden? Begin dan bij dit stukje water en zeg duidelijk mijn naam: Broer Sipkes. Dan help ik je op weg. Of bel de plaatselijke schilder en dorpshistoricus Theunis van der Meer.
Dit punt is onderdeel van de route 'It Paad Werom Terherne'. Klik hier om terug te gaan naar de route.
-
-
Meester Jakob Klok in verzet
Meester Jakob Klok in verzet
Jakob (Jaap) Klok belandt in de oorlog in het verzet in Dantumadeel, waar hij een belangrijke rol speelt. Hij woont dan met zijn vrouw en vier kinderen in Akkerwoude, waar hij hoofd van de school is aan de Hearewei 13. Hij zal er tot 1947 blijven en er in de herinnering voortleven als ‘meester Klok'.
Jaap Klok is maatschappelijk betrokken en actief in de politiek als lid van de Sociaal Democratische Arbeiderspartij (SDAP). Als partijbijeenkomsten door de Duitse bezetter verboden worden, raakt Jaap bijna ongemerkt steeds meer betrokken bij verzetsactiviteiten. Hij geeft partij-informatie door, verspreidt illegale krantjes en zoekt adressen voor onderduikers. Jaap Klok sluit zich aan bij de LO, de 'Landelijke Organisatie voor hulp aan onderduikers' en wordt de dorpscommandant van Akkerwoude.
Hoewel de mensen niet precies weten wat hij allemaal doet, raakt wel bekend dat hij in het verzet zit. Ondanks het feit dat zijn naam wordt genoemd door NSB’ers besluit hij niet onder te duiken, maar probeert nog voorzichtiger te zijn en vaker niet dan wel thuis te slapen.
Als de oorlog op zijn einde loopt, wordt het voor Jaap heel druk. De Nederlandse overheid in ballingschap roept het spoorwegpersoneel op om in staking te gaan. Het verzet regelt de onderduik. Op 15 december 1944 wordt er in zijn school een groep van zo'n zestig vluchtelingen uit Arnhem opgevangen. Jaap is zijdelings betrokken bij de evacuatiecommissie, die adressen zoekt voor de onfortuinlijke Arnhemmers.
Kort daarna wordt hij bij het schoolhuis gewaarschuwd dat er bij een razzia in Murmerwoude heel nadrukkelijk naar schoolmeester Klok wordt gevraagd. Jaap aarzelt niet en vlucht snel het huis uit. Dat is niks te vroeg, want tien minuten na zijn vertrek staan de Duitsers al op de stoep. Vanaf dat moment weet Jaap dat hij heel voorzichtig moet zijn. Hij slaapt nu vrijwel nooit meer thuis.
Vanaf januari 1945 wordt de situatie ronduit explosief Na ontdekking van wapens op een boerderij in Aalsum worden de Duitsers fanatiek. Ze jagen meedogenloos op verzetslieden en wie ze te pakken krijgen proberen ze op allerlei manieren te laten praten. Ook de naam Jaap Klok wordt genoemd bij de verhoren. Reden om nu echt te vertrekken, met zijn hele gezin. De kinderen verblijven bij familieleden. Met zijn vrouw duikt hij elders onder.
Jaap heeft het in de laatste oorlogsweken heel druk. Er moet binnen het verzet veel georganiseerd en overlegd worden om de Duitsers te verjagen en de komst van de Canadezen voor te bereiden. Vlak voor Dantumadeel wordt bevrijd, zijn de inwoners al in alle staten van blijdschap. Ze steken de vlag uit en gaan massaal de straat op om feest te vieren. Door zijn verzetswerk weet Jaap precies hoe het met de bevrijding staat. Hij klimt op het balkon van het gemeentehuis en spreekt de mensen toe. Het gevaar is namelijk nog niet geweken. Ook als dat kort daarna wel zo is, zorgt hij ervoor de rust onder de bevolking van Dantumadeel te bewaren en zo de molestatie van een aantal NSB’ers te voorkomen.
Na de oorlog bekleedt hij in Friesland vele bestuurlijke functies. Jaap Klok overlijdt in 1984 op 91-jarige leeftijd. Als eerbetoon wordt van hem vijftien jaar later in Akkerwoude, dat dan Damwoude heet, een standbeeld opgericht.
Uit het boek ‘De oorlog een gezicht gegeven’ (deel 6) – Dantumadeel in de periode '40 - '45 van Yvonne te Nijenhuis en Reinder H. Postma
-
-
Victoriuskerk Pingjum
Victoriuskerk Pingjum
-
Historisch Hotel Hurdegaryp
Historisch Hotel Hurdegaryp
-
Noordwolde eerste dorp over land bevrijd
Noordwolde eerste dorp over land bevrijd
In de avond van 11 april 1945 arriveerden eenheden van het Canadese verkenningsregiment Royal Canadian Dragoons bij Dwingeloo, vlak voor de zogenoemde Frieslandriegel. Deze verdedigingslinie was kort daarvoor met inzet van vele Nederlandse dwangarbeiders aangelegd. De linie werd echter nauwelijks bezet en bleek uiteindelijk verkeerd aangelegd. De taak van de Dragoons was om ver voor de rest van de Canadese eenheden de weg te verkennen. En zij constateerden dat de Duitsers in dit gebied nauwelijks nog in staat waren om zich effectief te verdedigen. Mede daarom werd op 11 april besloten om eenheden van de 3e Canadese Infanterie Divisie en ondersteunende eenheden in de volgende dagen een sprong te laten maken naar Leeuwarden. Als de Friese hoofdstad en mogelijk ook de rest van Friesland kon worden ingenomen dan zaten de Duitsers ingesloten in het westen van Nederland. Want ook grote delen van Overijssel en Gelderland waren inmiddels bevrijd. De infanterie moest via Zwolle, Meppel, Steenwijk, Heerenveen naar Leeuwarden optrekken. Om hen zo snel mogelijk in Leeuwarden te krijgen werden allerhande extra voertuigen geregeld. Intussen zouden de Royal Canadian Dragoons en niet veel later ook een ander verkenningsregiment, de Duke of York´s Royal Canadian Hussars, Friesland binnentrekken om daar de geplande hoofdroute te verkennen. En om zoveel mogelijk chaos onder de Duitse verdedigers te stichten.
Dankzij de burgers van het Drentse Dieverbrug werd er een noodbrug over de Drentse Hoofdvaart gebouwd zodat de Canadese voertuigen naar Friesland konden oprukken. In de ochtend van 12 april waren de Dragoons vervolgens de eerste Canadese landeenheid die de provincie Friesland binnentrok. Het dorp Noordwolde was als eerste bevrijd. Hoewel dit eerste Friese dorpje zonder strijd ingenomen kon worden, werd er direct ten noorden van Noordwolde wel kort gevochten. Zo’n twintig Duitsers en Nederlandse handlangers probeerden de Canadezen nog enige tijd op te houden. Na een kort gevecht maakten de Duitsers aldaar zich uit de voeten met achterlating van al hun uitrusting. Anderen waaronder ook tien Nederlandse handlangers van de Landwacht en de Ordnungspolizei werden gevangengenomen.
Maar de allereerste bevrijders, die voet zetten op Fries grondgebied, waren Franse SAS parachutisten van het 3e Régiment de Chasseurs Parachutistes. In de nacht van 7 op 8 april werden iets meer dan 700 van hen gedropt boven Drenthe en Zuidoost Friesland. Zij hadden als taak om de geallieerde grondoperatie te ondersteunen. Dat deden zij door achter de Duitse linies chaos te stichten, bruggen te veroveren en samen met het verzet allerlei operaties uit te voeren. Zij moesten hiermee doorgaan totdat de Canadese grondeenheden hen bereikten. Een klein gedeelte kwam bij Appelscha en Haulerwijk terecht en voerde daar hun missies uit. Hierbij sneuvelde op 8 april de 21-jarige Chasseur de 2e Classe (soldaat 2e klasse) Henri Pintaud.
-
-
Galeslot
Galeslot
- Ga naar de vorige pagina
- Ga naar pagina 1
- …
- Ga naar pagina 41
- Ga naar pagina 42
- Ga naar pagina 43
- Ga naar pagina 44
- Ga naar pagina 45
- Ga naar pagina 46
- Huidige pagina 47
- Ga naar de volgende pagina