Ga naar inhoud
Favorieten 0

De geschiedenis van de Friese elf steden

Een stad is pas een stad wanneer ze stadsrechten heeft gekregen. Daarvoor is het een nederzetting, meestal ontstaan doordat er een samenloop van wegen is waar mensen stopten om handel te drijven. In Friesland gaat dit dan vooral om waterwegen en om het moerassige kustgebied dat meedeint op het komen en gaan van de zeeën: de Waddenzee en de Zuiderzee, het huidige IJsselmeer. 

Als we dus de geschiedenis induiken en zoeken naar het ontstaan van de elf steden van Friesland, dan begint dat wanneer men voor het eerst over een plaats schrijft, in de Romeinse tijd bijvoorbeeld, of in de middeleeuwen. Laten we beginnen bij de stad die nu het grootste is, de hoofdstad van de provincie Fryslân: Leeuwarden of Ljouwert

De grootste

Drie terpen liggen aan een inham van de Middelsee waar de bewoners zich bezighielden met landbouw, visserij en scheepsvaart. Op de terpen ontstonden drie nederzettingen: Oldehove, Nijehove en Hoek. Namen die je nu nog steeds tegenkomt in Leeuwarden. Oldehove was een uithof van de Abdij van Corvey in Duitsland en had in de twaalfde eeuw een kerk gewijd aan de heilige Vitus. Nijehove komt voor het eerst voor als stad in de dertiende eeuw, maar officieel kunnen we dat niet noemen. En Hoek was de kleinste nederzetting waar de adellijke familie Cammingha een stins en een kerk stichtten. Een stins is een middeleeuwse, verdedigbare, bewoonbare toren. 

De eerste officiële oorkondes over het samengaan van de drie nederzettingen tot een stad komen uit januari 1435. Er lagen toen al stadsgrachten en de Middelsee was dichtgeslibd tot drie rivieren: de Ee, de Vliet en de Potmarge. Het besluit tot samengaan was waarschijnlijk al eerder genomen, maar vanaf 1435 draagt Leeuwarden dus officieel de stadsrechten. 

Na 250 jaar zelfbestuur werd Friesland in 1498 onderworpen aan Albrecht van Saksen en in Leeuwarden zetelde vanaf toen het Hof van Friesland. 

De oudste

We gaan weer terug in de tijd, dit keer naar de oudste stad van Friesland. In het Zuidwesten ligt aan een waterloop een plaatsje dat we tegenwoordig kennen als Stavoren. Het is 300 voor Christus en De Nagele was een stroming uit de monding van de IJssel tussen het eiland Urk en de kust. Door afkalving en overstromingen verdween de delta van de IJssel grotendeels, totdat daar waarschijnlijk drie eilandjes overbleven: Urk, Schokland en Nagele. 

Stavoren diende als uitvalsbasis voor de monnik Odulfus die de Friezen opnieuw moest kerstenen. Vanaf 837 heeft in Stavoren een klooster gestaan, het Sint-Odulphusklooster, maar door een zware storm is het klooster vergaan. In 991 werd Stavoren geplunderd door Deense Vikingen. In de elfde eeuw kreeg Stavoren van de Brunonen, een dynastie van Friese graven, haar stadsrechten. Stavoren was destijds een belangrijke handelsstad en de grootschippers en kooplieden onderhielden belangrijke handelsrelaties met de landen rond de Oostzee. 

In 1285 werd Stavoren lid van de Hanze. De schippers uit Stavoren genoten bij passage van de Sont een oud voorrecht; bij de tolheffing werd hun voorrang verleend, wat een flinke tijdwinst opleverde. Holland was met een snelgroeiende bevolking voor de voedselvoorziening aangewezen op graanimporten uit de Oostzeelanden. De schippers uit Friesland waren voor Holland om die reden van levensbelang. 

Bij oorlogen tussen Holland en Friesland koos Stavoren dan ook dikwijls partij voor Holland en in 1292 ontving de plaats stadsrechten van graaf Floris V van Holland.  

Aan het einde van de middeleeuwen raakte de stad in verval. De haven verzandde en bij de graanhandel speelde Stavoren geen rol van betekenis meer. Op dit feit is het verhaal Het vrouwtje van Stavoren gebaseerd. Van de eens zo internationale havenstad was geen sprake meer, maar het vrouwtje staart nog steeds naar de zee, inmiddels het IJsselmeer, op uitkijk naar schepen. 

De noordelijkste

De derde stad die we bezoeken in dit blog over het ontstaan van de elf steden is de meest noordelijke stad van Nederland: Dokkum. In 716 verliet Bonifatius Engeland om een eerste missie-expeditie naar Friesland te ondernemen. Hij wilde de bewoners bekeren tot het christendom door in hun eigen taal tot hen te prediken. Zijn eigen Oudengels of Angelsaksisch was immers verwant aan het Oudfries. Deze eerste zendingsreis werd een mislukking. 

Als hoogbejaarde kerkelijk leider trok hij in 754 met een gevolg opnieuw naar Friesland. De reis naar Dokkum had iets weg van een parade, een machtsvertoon. Er was een gewapende escorte en personeel. De bekeringsexpeditie leek voor de Friezen op een oprukkend leger. Hij sloeg zijn kamp op bij Dokkum, maar in plaats van daar zijn bekeerlingen te treffen, werd hij er de volgende ochtend overvallen door een groep gewapende Friezen. Op 5 juni 754 werd hij gedood, samen met zijn 52 metgezellen. Inmiddels is er bij Dokkum een waterbron, die door de overlevering in verband wordt gebracht met de Angelsaksische missionaris Bonifatius waardoor die een katholiek bedevaartsoord is geworden. 

In 1298 kreeg Dokkum na Stavoren, Harlingen en IJlst als vierde stad van Friesland stadsrechten en in de Tachtigjarige Oorlog tegen Spanje was Dokkum een belangrijke pion in de strijd. In 1572 was de stad enkele uren in handen van de geuzen. Dokkum werd daarvoor zwaar gestraft met de Waalse Furie in Dokkum. Na 1579, toen Dokkum zich aansloot bij de Unie van Utrecht, begon een tijdperk van rust. In vroegere jaren lag de stad in open verbinding met de zee, het Dokkumergrootdiep. In 1597 vestigde de Friese Admiraliteit zich in Dokkum. Van hieruit werden allerlei zaken voor de beveiliging van de handelsvaart en oorlogsvoering met Spanje op zee geregeld. Dokkum was van groot strategisch belang, vandaar de aanleg van de stadswallen in de jaren 1581-1582 bekend als de Bolwerken.  In de negentiende eeuw ontstond een toenemend ruimtegebrek in Dokkum. Binnen het schootsveld van de kanonnen op de bolwerken mocht namelijk niet gebouwd worden. Alle nieuwbouw werd in de binnenstad gepropt, wat leidde tot het verlies van vele oude historische gebouwen. Gelukkig werd de binnenstad van Dokkum als één van de eerste plaatsen in Nederland uitgeroepen tot beschermd stadsgezicht in 1974. 

In 1456 kreeg Sneek als laatste stad officieel haar stadrechten en vanaf die tijd kunnen we dus spreken over de elf steden van Friesland. Pas echt wereldberoemd werden ze door de Alvestêdetocht, de Elfstedentocht.  De tweehonderd kilometer lange schaatstocht over natuurijs wordt georganiseerd door de Koninklijke Vereniging De Friesche Elf Steden. Vanwege de afstand en vanwege het heroïsche karakter wordt de Elfstedentocht ook wel "De Tocht der Tochten" genoemd. Voor het eerst (officieel) in 1909 gereden, kan hij alleen georganiseerd worden als er genoeg ijs ligt. In totaal is de tocht tot nu toe vijftien keer verreden. De laatste keer was in 1997. Meer over de Elfstedentocht en hoe je die vandaag de dag in vele andere vormen kan beleven vind je hier.

Nu je het einde van dit stukje schrijven hebt bereikt, rest je nog één ding. De elf steden van Friesland bezoeken. Blijf dus nog even rondkijken op Friesland.nl om je vakantie of bezoek aan de provincie te plannen. Er is zoveel te ontdekken en een eigen elf stedentocht mag niet ontbreken aan je bucketlist. 

Ontdek ze allemaal

De 11 steden

Waar ter wereld zijn de steden kleiner dan dorpen? In Friesland natuurlijk. Onze steden danken de titel niet aan het formaat, maar aan hun historische betekenis. Ontdek ze alle 11!

Leeuwarden

Onze historische hoofdstad is de stad van honderd namen. Leeuwarden, Liwwadden, Ljouwert, Lintwarde: het is het ideale uitgangspunt voor onvergetelijke reis door Friesland.

Meer over Leeuwarden
De scheve toren Oldehove bij het vallen van de avond

Sneek

Heel eventjes mocht Sneek in de vijftiende eeuw de hoofdstad van Friesland zijn. Dankzij de winkeltjes, terrasjes en parken van historisch Sneek is het ook de rest van het jaar heerlijk vertoeven.

Meer over Sneek

IJlst

Houtstad bij uitstek. Hier werden vroeger boomstammen tot planken verzaagd en hout bewerkt tot handige hebbedingen. Tegenwoordig kom je hier volledig tot rust.

Meer over IJlst

Sloten

Welkom in de kleinste van onze elf steden: Sloten. Van strategische speler langs de waterweg van Sneek naar de Zuiderzee is het nu een mekka voor de watersporter en een knusse trekpleister.

Meer over Sloten

Stavoren

Omsingeld door het water van het IJsselmeer kan je niet om Stavoren heen. In elk geval niet zonder boot. Je waant je in Kopenhagen als je langs de haven loopt en met je hand boven je ogen uitkijkt over de zee.

Meer over Stavoren

Hindeloopen

Welkom in de stad van de Hindelooper klederdracht, beroemde schilderkunst en het Schaatsmuseum. Deze stad doet dingen graag op eigen wijze.

Meer over Hindeloopen

Workum

Workum heeft voor iedereen genoeg te bieden: van Jopie Huisman tot gezellige terrasjes, van gildebaren tot natuurwaarden. Geniet van de prachtige kunst van Jopie Huisman of maak kennis met de rijke historie.

Meer over Workum

Bolsward

Als je niet kunt kiezen tussen Franeker, Sneek en Makkum dan beland je in Bolsward. Een onontdekt pareltje ligt aan je voeten. Geniet van de monumentale gebouwen en gezellige terrasjes.

Meer over Bolsward

Franeker

Het verleden van de stad Franeker zie je terug in het centrum, met zijn monumenten en de kleine historische parels. En in het huis van een simpele wolkammer vind je het oudste, nog werkende planetarium ter wereld.

Meer over Franeker

Harlingen

Harlingen is de enige stad van Friesland waar wind en water de wet uitmaakt. Liefhebbers van een nautisch verleden ontdekken hier prachtige pakhuizen, geweldige gevels en bijzondere binnenhavens.

Meer over Harlingen

Dokkum

De meest noordelijke stad van Nederland heeft een rijke geschiedenis. Een nuchter maar hip stadje, waar je heerlijk kunt shoppen en loungen na een korte wandeling.

Meer over Dokkum